Via via kreeg ik ooit uit Amerika zuurdesempoeder, om een starter of moeder van te maken en natuurlijk uiteindelijk (zuurdesem)brood. Daarmee is het bij mij lang goed gegaan. Een deel van haar ging weer naar iemand anders en kwam weer terug bij de gulle gever, toen zijn moeder het loodje had gelegd. Ik maakte ook poeder van mijn starter en blies daar, met succes weer leven in, maar nu lijkt ze dan toch echt aan haar eind te zijn gekomen.
Gelukkig is het simpeler om een moeder op te voeden dan een kind. Je hebt er ook maar maximaal een week voor nodig. Beiden vergen geduld en voeding, dat wel.
Vorige week maakte ik me er snel vanaf, mengde gelijke delen water en meel (50-50 tarwe en rogge) en liet dat in een glazen pot onder een theedoek rijpen. Op dag drie borrelde ze vrolijk. Maar in de ochtend van dag vier was het leven verdwenen.
Daarom ging ik vandaag naar de digitale moederschool en leerde bij. Ik vrees dat ik moeder niet genoeg heb gevoed. Zij heeft goede schimmels tussen haar tenen nodig om tot volle wasdom te komen. Nu begin ik opnieuw en houd ik het ook nog eens lekker lokaal. Zou ik er in Nederland misschien voor kiezen om te beginnen met het aardappelnat van gekookte aardappels (met lekker veel zetmeel, dus suikers, dus moedervoer), hier heb ik een grote tros druiven met de hand fijngeprakt en in een grote glazen kom gedaan. Die laat ik nu eerst onder een theedoek lekker gisten. Met het sap ga ik dan verder aan de slag. Het duurt wat langer, maar ze hoort er dan straks wel helemaal bij: een moeder met een drankneus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten