woensdag 31 oktober 2012

Anchovinisme

Het is hier in de buurt vrij extreem en daarom ook wel terecht dat ik op een menukaart ergens 'anchovinisme' zag staan: het koken volgens de eigen traditie en binnen de eigen streek. Hier eet je bij elk restaurant salade Collioure, van paprika met ansjovis, olijfolie en eventueel een kappertje of een blaadje sla. Er staan altijd (gegrilde) sardientjes op de kaart en pan tomate of tomaquet: geroosterde sneetjes brood ingesmeerd met knoflook en tomaat. En dan zijn er nog de Franse klassiekers: steak tartare, salade met warme geitenkaas, flan, mousse au chocolat, tarte tatin etc. Thuis wordt er niet veel avontuurlijker gegeten en in ieder geval vaak volgens een vast patroon: voorgerechtje van soep of een salade, dan het hoofdgerecht, met vlees of vis als bepalende factor, dan kaas met brood en dan een zoet dessert. Als je wil uitpakken, begin je met een amuse bouche en aperitif, dan salade en charcuterie (worst, paté en ham - met brood) dan een stoofschotel, daarna (!) iets van de gril, dan kaas, daarna een stukje taart of iets soortgelijks en vervolgens koffie met een likeurtje en een bonbonnetje of stukje chocola of een amandel. Amen.
Het voelt altijd wel weer als een warm bad om in deze traditie ondergedompeld te worden, maar als je hier niet alleen je vakantie doorbrengt, wordt het na enige tijd toch wel eentonig. De eerste paar jaar was ik nog solidair met de anchovinisten en volgde ik het 'when in Rome..' principe, maar nu ga ik toch lekker mijn eigen gang en voel ik me goddank ook niet gehinderd door Hollandse wortels, die culinair gezien niet heel erg diep steken.
Zo kunnen wij hier thuis de ene keer een Indiaase curry, dan een Italiaanse pasta, daarna een Caribisch geïnspireerd visje en vervolgens een broodje met Spaanse ham eten. En vandaag een Oostenrijkse aardappelsalade, met een verrassend lekkere dressing van bouillon met azijn en mosterd. Ik kookte de aardappels in de schil, pelde ze nog warm, sneed ze in stukjes en deed die in een kom met wat olie. Daarbij het warme mengsel van gelijke delen runderbouillon en cider azijn met wat pikante mosterd. Vervolgens wat gesnipperde ui en cornichons erdoor en - als stijlbreuk - een gepocheerd ei erop.  Voor een beetje kleur strooide ik er ook nog stukjes bieslook over en later nog wat vers gemalen peper (maar dat zag er op de foto een beetje zanderig uit). De dressing was niet te zuur en het romige van de zachte eierdooier paste goed. Geef mij dus maar lekker multi-culti-culinaria. 

Geen opmerkingen: