zondag 30 juli 2023

Dit en dat in de stad

We zijn er weer. In het land van eindeloze motregen, haring, bitterballen en racende elektrische fietsen. Vooral aan dat laatste ben ik nog helemaal niet gewend, laat staan mijn hond. Het aanzwellende geluid van de dikke rubberbanden herken ik wel, maar ik kan de afstand niet inschatten. Als de hond een bezoek brengt aan een lantarenpaal en ik niet weet hoe lang hij daarmee zoet is, hou ik mijn hart vast. Vaker aan de lijn dan maar; noodgedwongen.
Ik spijker meteen mijn Engels bij, want in de tassenwinkel klinkt het: "How can I help you?", terwijl deze zaak toch niet in de door toeristen vertrapte zone ligt. 
Ik moet even met mijn ogen knipperen als ik 3 euro moet afrekenen voor een bolletje knoflook en een tientje voor 4 Sint Jacobsschelpen, nog steeds verpakt in een plastic bakje, met daaromheen een zakje. Het viel me ook op dat een stuk kaas op de weegschaal €5.80 aangaf, maar met het standaard gelaagde kaaspapier erom meteen over de 7 duiten uitkwam. Potver. 
Ik zie in de buurt hoe storm Poly heeft huisgehouden en ben wel blij dat de gemeentewerkers weer lekker bezig zijn met hun ik-sla-achteruit-piepende wagentjes en luidruchtige hakselaars. In het park zie ik ook hoe de natuur terugvecht en jonge scheuten op oude stammen een weg naar boven zoeken, daar waar het beleid is dat er niet wordt geruimd, maar de natuur zijn gang mag gaan.  
De jonge aalschover hier in de vijver, zijn verenpracht nog lichtbruin, maakt me vrolijk. Zijn honk is de voet van een kunstwerk, waarvandaan hij baddert en waarop hij zijn vleugels droogt. Bovenop doet hij vervolgens een heuse Kate Winslet imitatie (Titanic). Ik noem hem Kwibus. 
Ahh, en daar zijn ze weer: de restaurantrecensies in de kranten. Veel foto's met de modieuze sausstreepjes over soezen, taco's en inventieve vegancreaties. Hoe lang duurt het toch tot restaurateurs doorhebben dat die in rechte lijnen geduwde Pollockvariant echt zijn beste tijd heeft gehad?
Ik moet wennen aan het niet indeuken van de blikjes en de nieuwe verzamelplek die ik ervoor moet zoeken in huis - en vervolgens een werkend inleverapparaat!
Het is een cadeautje om de allerliefste vrienden om de hoek te hebben en af te spreken voor een glaasje (met bitterballen!). 
Iedereen heeft weer overal een mening over. De knip, het blowverbod, messen op de lagere school, mobieltjes in de klas, de droogte, terwijl ik me nog moet aanwennen met paraplu naar buiten te lopen. 
Het is stil op straat. 
Ik zag gisteren een buurtbewoner zijn Volvo stationwagon volstouwen met koffertjes, kussens, klapstoelen en een buggy. "Dag meneer, fijne vakantie," zei ik en ondertussen dacht ik: geniet maar op 'mijn strand' van het laatste vierkante metertje, tussen de kreeftrode kokoslijfjes en gillende peuters, als je tenminste een parkeerplaats hebt weten te bemachtigen en een beetje tegen +40 bestand bent.
En... heel onaardig, zag ik vrouwlief meteen met de zomereditie van de Linda op haar badhanddoek genieten. Want hoe progressief ik Nederland nu weer ervaar, dat dat blad, zich richtend op 'de leukste vrouwen van Nederland' met een omslag komt waarop we een jonge dame op de rug zien met hupse billen in een sexy 'nonchalant' opgetrokken bikinibroekje, dat vind ik dan weer zo seksistisch, dat ik me niet kan voorstellen weer 'thuis' te zijn. 

zaterdag 1 juli 2023

Zeepaard, zak en krantenpapier

'Het is nooit goed of het deugd niet.' Is dat een Nederlandse uitdrukking? Ik denk het eerlijk gezegd wel, maar de hele wereld lijkt zich er zo langzamerhand schuldig aan te maken. 
We hebben het jaren lang (in Europa) zeer goed gehad. Ik kende in de jaren 60 -70 een zorgeloze jeugd en pubertijd. De autoloze zondag in 1973 was een feestje. Ik interpreteerde de reclames van Greenpeace, die waarschuwden voor smeltende ijskappen en diverse natuurrampen, niet als toekomstvisie, maar dacht dat het wel indruk zou maken op alle beleidmakers, die actie zouden ondernemen. Mijn ouders waren overtuigd VVD stemmers, groei, groei, groei was het adagium. Mijn enige twijfel betrof het krijgen van kinderen. Toen ik 11 jaar was, schreef ik in mijn dagboek dat ik geen kinderen wilde. "Zeg nooit, nooit," zei mijn opa streng,"hoe weet je dat nu?" Maar ik had besloten dat, als de wens zou opspelen, ik zou adopteren, want er waren er al zoveel. En dat was nog jaren voor de hit 'vijftien miljoen mensen' (1996). 
Intussen zijn er generaties, ook de onze, die stappen terug moeten doen. Aan het zorgeloze genieten komt een einde en dat is nooit leuk, maar we hebben het te bont gemaakt.
De iconische foto van het zeepaardje dat zich aan een wattenstaafje vastklampt, is een druppel op de gloeiende plaat. Het stomme is, dat het er aandoenlijk uitziet.
Helaas worden de achterwaardse stappen ook echt als achteruitgang gezien, terwijl ze een vooruitgang teweeg kunnen brengen. En zo worden de maatregelen ook gebracht: als kwalijke, maar noodzakelijke stappen, zonder enige positieve insteek.
Dat is jammer, want ik juich sommige van die stappen toe, zoals de nieuwe poging om het gebruik van plastic terug te dringen; ik heb tijdens het zwemmen in zee ook wel van die wattenstaafmomenten gehad (formaat vuiliszak).
Er wordt steen en been geklaagd. "Hoe moet dat nou," miept de zelfstandige ondernemer, die de dupe is. 25 cent voor een wegwerpbeker, een godspe. "Maar," denk ik dan," alle moderne vrouwen hebben al een vakje in hun tas voor hun waterfles, dus kunnen daar net zo goed een eigen beker in kwijt voor de latte macchiato (met havermelk) van de Starbucks - hoeft daar ook weer geen naam op de beker gekalkt te worden - halleluja privacy."
En ik heb me jaren geleden al geërgerd over de invoer van plastic bakjes bij de visboer (met daaromheen een plastic zakje en dan nog een papieren), die de kranten vervingen. Geen idee waar dat idee vandaan kwam, behalve dat die krant misschien meer negatief nieuws begon te bevatten, of dat het extra emballagegewicht de visboer goed uitkwam. Intussen puilde onze afvalbak steeds verder uit.
En nu klaagt de patatboer, want hij moet geld vragen voor z'n bakje. Je kent ze wel, die witte dingen met vakjes die op de Albert Cuyp uit de vuilnisbakken borrelen, of door meeuwen met een poot worden verankerd om er de laatste restjes uit te spiezen en er zo een nieuwe vogelziekte (diabetes 2.0) mee creëren. 
Het gekke is dat ik een achteruitgang bij de friettent, helemaal zie zitten. De papieren puntzak, of het papieren zakje, waar de warme friet in werd geschept, met een klodder saus bovenop en dan een houten vorkje - dat, toegegeven, altijd stroef in de mond aanvoelde - daar was niks mis mee. Misschien is een jongere generatie er niet bekend mee, maar ik geloof niet dat de switch naar plastic is voortgekomen uit klachten, eerder uit nutteloze vooruitgang (ja, die bestaat volgens mij echt). 
Als het styrofoam niet was uitgevonden, wist ik niet beter dan dat een hamburger in een papiertje werd gevouwen en vrijwel meteen verorberd dus... niks doorlekken of weet ik wat.
Daarnaast heb ik de plastic bakjes van de afhaalbalie bij de toko altijd afgewassen en hergebruikt - het zijn perfecte verfbakjes en voor invriezen van restjes ook heel geschikt, dus een goede (eerste) investering; en nu kan ik ze de tweede keer gewoon weer meenemen! 
Zo kan ik me ook verheugen op het plasticvrij zwemmen en het genieten van de natuur zonder al die troep en met mij een heleboel levende wezens, denk ik zo.
In plaats van klagen, zou het leuk zijn als mensen een nieuw initiatief benaderen met alternatieven en/of ludieke acties, die acceptatie en gewenning in de hand werken. 
Wist je dat je met een krant en een beetje azijn met water ook heel goed je ramen kan zemen? 
Back to the future!