Af en toe slinger ik zo'n 'wist je dat' via twitter cyberspace in. Natuurlijk komen de meeste tips en trucs van anderen (en van Harold McGee in het bijzonder), maar dat wil zeker niet zeggen dat ze niet kloppen.
Zo aten we dit weekend chipirones, kleine inktvisjes van de markt, gekocht omdat ze er gewoon om smeekten te worden meegenomen en geproefd. We hadden het voornemen diverse bereidingswijzen uit te proberen: gefrituurd in een jasje van meel met zout en peper, gewoon gebakken in de pan, of gefrituurd met een mantel van beslag. Maar dat laatste, naar aanwijzingen van McGee, bleek eigenlijk te goed om nog verder te experimenteren. Ik ben uitgegaan van gelijke delen bloem en vocht en nam daarvoor 40 gram tarwemeel en 10 gram maïzena (daarmee wordt het extra krokant, zegt Harold). Daarbij ging 25 milliliter melk en 25 milliliter wodka (ook voor een knapperige korst; en de alcohol verdampt meteen, weet de kookchemicus nog te vermelden). Ik schreef het al: die wodka had ik gepimpt met wat takjes dille en jeneverbessen. Het kruid had de drank een lichte groene kleur gegeven en de geur zei: 'Gebruik mij als zalmmarinade', dus dat ga ik nog een keertje doen.
Het beslag was na enig rusten wat aan de dikke kant, dat kan natuurlijk per bloemsoort verschillen, dus ik deed er wat extra melk bij en nog wat zout, peper en piment d'espelette voor de smaak. Dit liet ik zo weer even staan, terwijl de olie heet werd. Toen gingen de inktvisjes erdoor. Even omscheppen, beetje uitlekken en hup in de pan. Pas op voor spatten/explosiegevaar. Het resultaat mocht er zijn: de beestjes waren hartstikke krokant en bleven dat ook wonderbaarlijk lang. Dus het experiment is geslaagd en ik blijf de facebookers en twitteraars lekker met nuttige weetjes bestoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten