We wilden een hapje of 'lunch'; een excuus voor een glaasje cava, midden op de dag. Dus maakte ik hartige muffins, 125 gram bloem, 25 gram boter, een ei, 75 ml melk, snufje bakpoeder en kaas, hete peper, gesnipperde olijf en komijnzaad. Misschien kwam het doordat ik het zout vergat, maar na 20 minuten in de oven, op 200 graden, bleven het zielige hoopjes, en, zonder dat zout, waren ze een klap in het gezicht en zeker geen begeleiding van een glaasje waard. Dus toog ik weer de keuken in. Die kaas moest op, oude van de AH, waar eigenlijk geen smaak aan bleek te zitten. Ik raspte 'm grof en mengde 'm met weer wat fijn gesneden hete peper en komijnzaad (liever lui dan moe: 't stond allemaal nog op het aanrecht), wat bloem, een snufje bakpoeder, een lepeltje olijfolie, een ei en wat zout (want: een ezel in het gemeen...). Dit vormde een klef deeg, waarvan ik platte hoopjes op een bakblik, bekleed met bakpapier, legde. Ik bakte ze iets meer dan 10 minuten in de oven op 200 graden en liet ze daarna even op wat keukenpapier hun overtollig vet lozen.
En waarachtig: dat prikkelde net zo op de tong als de bubbels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten