Het is waarschijnlijk toeval, maar in de krant staat een recensie van een café-restaurant waar je echt Hollands kunt eten. Zou onze toekomstige premier daar al zijn aangeschoven? Te vrezen valt dat de asperges, die hij vast met de paplepel ingegoten heeft gekregen, niet meer op ons bord zullen verschijnen. Die worden immers gepukt door de mensen die niet te beroerd zijn om op hun knieën in het zand te vroeten, maar die binnenkort, als onze Poetinadept het voor het zeggen krijgt, de grens over zullen worden gemikt.
Misschien wordt de soep niet zo heet gegeten, houd ik mezelf maar voor. Er zijn veel aangebrande mensen die echt fel tegen zijn, dus het zou nog kunnen dat andere partijen eieren voor hun geld kiezen en een andere kant op zwaaien.
Maar goed, dat restaurant in de recensie komt er niet heel goed vanaf. De bediening is onvriendelijk en heel traag, de kruidenboter smaakt naar margarine en het stokbrood is compact en smakeloos. De nostalgie waar de recensent op hoopt bij het suddervlees, is ver te zoeken. De spruiten zijn te gaar en de aardapppelpuree plakkerig en vlak. Ook met de andere gerechten is veel mis. Dus is de conclusie: 'Het kan en moet dus beter, want op deze manier komt de Hollandse pot nooit van zijn slechte imago af.'
Ik moet wel lachen, want het geheel doet mij juist oer-Hollands aan: kruidenboter die maar niet wil smelten op de tong en bleek, ongerezen stokbrood. Te gare spruiten en onbeleefde bediening. Als er dan ook nog grijsgrouwe aardappelpuree wordt geserveerd, moet ik m'n best doen niet meteen te denken aan het uiterlijk van die kerel die straks misschien ons land bestiert.
Nee, kom op, we houden de moed erin en gaan naar een klein zaakje in het hart van het land. Het is er knus en de eigenaren richten zich volledig op het welslagen van dit ene pareltje. Er is geen ambitie om groter te groeien. Vol is vol en het moet leuk en behapbaar blijven voor iedereen.
Om alle aandacht aan de gerechten en het welbehagen van de klanten te kunnen besteden, is er een uitgebalanceerd menu dat regelmatig wordt aangepast en meebeweegt met de seizoenen en het aanbod. Bij binnenkomst worden de gasten naar tafel begeleid en krijgen ze direct een karafje water. Als men dat wil, komt er ook een mandje brood op tafel, maar dit wordt niet in rekening gebracht; die paar sneetjes eigen gemaakt zuurdesembrood kosten de kop niet, maar leveren wel extra waardering (= fooi) op, zo is gebleken. Het voorgerecht is niet bewerkelijk. Er is keuze uit een plak balkenbrij met een toefje sla, aangemaakt met Zaanse mosterd. Er is meikaas, of messeklever met een likje room met verse bieslook en sla met walnotenolie, of een tartaar van rolmops met gefrituurde augurk en plakjes radijs. Voor de veganisten is er zacht gestoofde prei met vinaigrette en geroosterd roggebroodkruim. Alle hoofdgerechten hebben stamppot als basis, met daarbij een rookworst, uit Gelderland of van in Enkhuizen gerookte makreel of van paddenstoelen van de Grebbeberg, alles volgens het vertrouwde agv principe, waarbij de v voor vlees, vis, vegetarisch of veganistisch staat. De stamppot kan gereid zijn met andijvie of boerenkool, met raapstelen, postelein (als deze niet te snotterig uitvalt) of gewoon met wortel en andere koudegrondknollen of -gewassen. En rond de feestdagen is er damhertenpeper met een saus van ontbijtkoek en bockbier. Er worden regelmatig Zeeuwse oesters aangeboden en Hollandse garnalen die soms worden vervangen door rivierkreeftjes. Als het lukt is er ganzenpaté en komen er schorseneren op tafel in de vorm van puree, 'zuurkool' en chips. Het poeder van gedroogde paddenstoelen geeft hieraan een volle umamismaak en een sliertje heidehoning maakt het helemaal af.
Als dessert kan er worden gekozen uit een plankje Hollandse kazen (ga vooral voor de zachte geit) met een heerlijke chutney van Betuwse peren, een kersenclafoutis uit diezelfde streek of het appeltaartje dat is gemaakt van goudreinetten geweekt in Berenburg met speculaaskruiden in het deeg. De specialiteit is duindoornijs.
Alle producten van eigen bodem kunnen op het bord belanden, al trekken de eigenaren één grens: er komt geen vlaai op de kaart, want dat is in deze streek gewoon koeienstront, sorry meneer de president.