zaterdag 25 november 2023

Ieder zijn ding

Inlevingsvermogen, empathie is een groot goed. Daar ben ik echt van overtuigd, al lijkt het er misschien op dat die 'gave' mij vreemd is. Ik ben in de ogen van 'de ander' ook 'de ander', dus zijn we daarin allemaal gelijk, niet waar.
Ergens op het beeldscherm zie ik een plaatje voorbij komen van een worstje in een broodje, een hot dog maar dan anders. Het broodje is een 'minirokje' en ik herken het meteen. 
Wij voeren met de Eendracht wel eens oostwaarts en kwamen dan bijvoorbeeld in Rostock, waar een Sail gevierd werd. Dat betekende dat er dagtochten gevaren werden met (lokale) gasten. Zij bliefden geen Hollandse kost, maar eigen lekkernijen. Dus voorafgaand aan zo'n feestje, werd de biertap op het achterdek gemonteerd en kwamen de autootjes voorrijden om de etenswaren aan te leveren. 
De Hollandse tap had voor de lokale smaak veel teveel druk, dus werd er een half glas geschonken en opzij gezet, het volgende idem en dan, als de schuimlaag voldoende was gezakt, werden de twee glazen bij elkaar gegoten tot er een miezerig kraagje overbleef. Bij volle bak stonden er zo minimaal 5 glazen 'te verschralen', maar de meute genoot ervan.
Qua hapjes werden er minibroodjes aangeleverd; kleine witte bolletjes, in het midden doorgesneden, dus we hoefden geen hand uit te steken. In de spleet gleed een lange knapperige braadworst, veel te groot voor de minirok die eigenlijk gewoon het servetje vormde. Bovenop ging dan weer een hele klodder currysaus die onhandig langs de rok gleed en het dek gevaarlijk glibberig maakte. 'So machen wir das!', zeiden 'de anderen', dus...
En dan waren er de grote piepschuimen bakken gevuld met soep die ook aan boord gehesen werden. Daar moest goed van ingenomen worden, dus die bakken zaten ramvol en werden voor het gemak op de zitbanken binnen gestald. De gaarkeuken had zich natuurlijk niet in 'de ander' verdiept en niet bedacht dat overvolle kratten met vloeibare massa op een slingerend schip geen goed idee waren. En wij schepten er niets uit, want wij (de anderen) vonden de grijze, smakeloze brei niet te hachelen. De ingedroogde sliertjes vermicelli die achterbleven in de kieren tussen zitting en rug van de banken, vormen nu waarschijnlijk nog forensisch bewijs van de dagtocht in 2012.
De gasten waren uitgelaten (lees: dronken) en genoten. Ze knakten hun worstjes tussen de tanden en hesen hun bieren. En wij keken hoofdschuddend toe, tot we een broodje aangeboden kregen, met lekker veel saus. De zeelucht joeg om onze oren. We hoefden niet in de kombuis te staan, want alles was geregeld. Ik nam een grote hap, proefde de pittige currysaus, waarvan een deel over m'n kin droop, en spoelde het weg met een slokje 'schraal' bier. Wat was dat lekker en wat was het gezellig! Misschien zou zelfs een kopje soep er wel ingaan. Ik bedoel maar: de ander kan het zomaar bij het rechte eind hebben en dan wederzijds. 


Geen opmerkingen: