Het begint misschien wel op de universiteiten waar veel colleges tegenwoordig in het Engels worden gegeven. Dat beinvloedt het Nederlandse taalgebruik en daar zijn een heleboel voorbeelden van. Ik ervaar het als een vorm van luiheid en daarom stoort het me. Zo valt me steeds vaker op dat de trappen van vergelijking met voeten worden getreden. Het walgelijkste eten is tegenwoordig het meeste walgelijke en zo is het lekkerste inmiddels het meest lekkere. Ik heb geleerd dat je pas tot meer en meest overgaat als het bijvoegelijke naamwoord uit meer dan 3 lettergrepen bestaat of een echte 'tongtwister' is (goed Nederlands hè), maar daar heeft zelfs de slimste mens tegenwoordig geen boodschap meer aan; die is het te doen om het meest snelle reactievermogen.
Op mijn depressiefste momenten vind ik dit alles het storendst en zie ik de mens verworden tot een speelballetje van AI. Onze taal is in de loop der jaren alleen maar versimpeld. De naamvallen zijn vervallen, de sch is als uitgang bijna verdwenen en er gaan stemmen op om die vermaledijde dt ook af te schaffen; veel te ingewikkeld en slecht voor je vers gelakte nagels die op het toetsenbord tikken. Weg ermee, want dan hoeven we niet meer zo na te denken en wordt naast de training van de spieren, die door al het electrisch vernuft steeds overbodiger wordt, ook het aanspannen van de hersenen overbodig. Nadenken, correct spellen, voeten op de trappers, da's alleen voor de 'happy few', die we elite noemen. Papa en mama zijn bezig met hun carrière en op school is er een tekort aan leerkrachten, dus laten we het simpel houden. Nogmaals, ik ben op mijn depressiefst, dus de hele menschheid is toch ten dode opgeschreven.
Waar maak ik me nog druk om? Estland geeft intussen toch ook het goede voorbeeld? Daar delen levende wezens het trottoir met robots, die op afroep komen bezorgen. Na een paar keer bestellen is via een algoritme bovendien precies uitgezocht wat je wensen zijn, dus dat is ook geregeld. Er zijn alleen nog maar mensen nodig om in donkere kamers de hoeden op de plank te leggen en die geven geen sikkepit om de puntjes op de i, want als ze koppie koppie hebben, zijn ze op hun lastigst.
Ondertussen ligt hier een kippetje klaar. Een echte! Die ooit vast actievere hersentjes had dan de toekomstige mens. Maar als ik deze schat op z'n Catalaans wil bereiden, dan moet ik toch zelf mijn hersens erbij houden, want het gaat hier niet om de gemakkelijkste bereiding.
Nee, de kip gaat eerst in een pekelbad van water, zout, suiker, citroen, peper en rozemarijn (2 tot 12 uur). Dan wordt 'ie gedept en aan de lucht of in de koelkast nog extra gedroogd (ook hier mogen we weer 2 tot 12 uur rekenen).
Even voor de duidelijkheid: een Catalaanse kip van het spit, wordt traditioneel op zondag gegeten, dus in het weekend kan er wat tijd aan worden besteed!
Na droging, wordt het gevleugenlde wonder ingesmeerd met een mengsel van vetstof (varkensvet of boter of olie) met in ieder geval rozemarijn, tijm, komijn, peper en zout. Hier onderscheidt zich de 'meester' (oh nee, de leerkracht). Vervolgens gaat de kip aan het spit of (liefst rechtsopstaand) op een rooster met aardappels eronder om in het druipende vet gaar te koken. De oven gaat op 150 graden en de kip mag ongeveer anderhalf uur garen. Ondertussen kan de mens het dier bedruipen. Vervolgens mag hij de oven uitvliegen en kan hij/zij/het even op adem komen, terwijl de oven opgeschoefd wordt. Door het huidje daarna mooi te laten bruinen, wordt hij/zij/het op zijn/haar/hets knapperigst. Wat rest is zelf aansnijden en oppeuzelen. Dat is al met al dus nog best een klusje.
Maar...langs de weg in Catalonië staan op zondag lange rijen op de stoep. Ze wachten op een kant-en-klaar kippetje van het spit. Da's dan toch wel het allermakkelijkst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten