Waarschijnlijk heeft de hele noordzeekust deze zomer geleden onder het slechte weer. Ik ging twee weken geleden een paar dagen in dat gebied zeilen en voelde me echt bevoorrecht. Daar kwamen ze langs de kombuisdeur: eerst de vlagen regen, daarna de gasten/zeilers in hun overall en jack met capuchon tot over hun neus - het is niet te missen: het geruis van de tegen elkaar schurende benen in het moderne, doorweekte zeilpak..woesch woesch doet 't -. Alles kleddernat. En daar stond ik in m'n kombuis, tussen de stomende pannen en de warme met broden gevulde oven. T-shirt aan en lekker zwetend. Maar ja, toen we een haven aandeden en ik dacht al die hunkerende natte koppies even niet te hoeven zien, bleef het buiten zo grauw en miezerig, dat ze de wal meden als de pest. En als je dan zo je best hebt gedaan ze te verwennen, zetten ze echt geen poot buiten boord, ook niet met de lunch. Dus hebben Bea (m'n super-assistent) en ik zelf het weer maar getrotseerd en zijn we na het uitserveren van het middageten 'gevlucht'. Vanwege die motregen, die je in minuten doorweekt, wilden we niet ver lopen. Meestal betekent dat dat je bent aangewezen op een kantine of kroeg, ergens op het uitgestorven haventerrein, want met die grote schuit worden we eigenlijk altijd in een uithoek opgeborgen. Maar nu wenkte een charmant restaurantje ons, op nog geen twee minuten lopen. Dit zaakje was echt 'pimpante', volgens mij het (Franse) Michelingids equivalent van 'gezellig'. Gelukkig slurpt Bea ook graag een oestertje, dus gingen we hier, bij 'le comptoir à huitre', meteen naar binnen. Achter het dikke tochtgordijn ging een mooie zaak schuil, met prachtige tegeltableaus met grote kreeften, schelpen en vissen. De tafels waren chique opgedekt met wit linnen en een batterij glazen. Achter de bar een spiegelwand die het geheel nog meer allure gaf.
Daar zaten we dan, op stand, met nog tintelende handen van het snijwerk en de kleine wondjes, en zachtjes 'naslingerend' alsof we nog op de golven dreven. We vierden onze vrijheid met een glaasje kir en namen allebei een plateau de fruits de mer, dat als een grote toren, met twee etages voor onze neus werd gezet. We klokten één, oeps, nee twee flessen Poilly Fumé weg en deden over dat alles, al kletsend en genietend zo lang dat we uiteindelijk als allerlaatste de zaak uitgingen en meteen door konden met voorbereidingen van het diner aan boord.
Nu denk ik achteraf dat we bij mooi weer verder zouden zijn gelopen en misschien wel bij de het Tex Mex restaurant aan de jachthaven hadden gegeten. Mexicaans kan ook lekker zijn, maar deze Dieppe ervaring had ik voor geen margarita willen missen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten