Wie taalt er nou naar het land van melk en honing als het land van olijfolie, cava en zeevruchten op nog geen 20 kilometer van je verwijderd is? Het is even rijden, over kronkelende wegen, met venijnige bochten, langs velden vol wilde venkel en steile wijngaarden met, in deze periode, vele plukkers. Maar dan kom je over de grens in het verstilde landschap van de Albera me de olijfbomen en hier en daar ook nog een wijnveld, waar de cava wordt geboren. En uiteindelijk is er de kust met het beschermde gebied (parc naturel des Aiguamolls de l’Empordà) waarlangs vreselijke hoogbouw, maar ook de vissershaven van Roses. Daar komen twee keer per dag de bootjes binnenvaren. Er zijn nog 400 vissers werkzaam en de traditie heerst: als je niet voor 18.00 uur binnen bent, mag je de volgende dag pas een uur na alle anderen vertrekken en de oude vissers verdelen op de kade allereerst de buit, voordat de waar naar de veiling gaat. Er zijn twee veilingmomenten: een keer om 7.30 (‘blauwe’ vis, zoals sardientjes) en een keer om 16.30 (met name schaaldieren). De vis en zeevruchten van Roses zijn in de omstreken beroemd en zeer geliefd. Die vis (zeebaars, ansjovis, sardines en inktvis) is zo goed, omdat er veel bezinksel uit de rivieren (vanuit de Pyreneeën) in zee stroomt en dat verrijkt de wateren. De garnalen en langoustines hebben een superrode kleur en zacht vlees. Dat schijnt te komen doordat de zee hier vrij koud is, wat ook weer een extra ziltig smaakje geeft. Die garnalen worden gevist op 400 tot 700 meter diepte en hun huid wordt duur verkocht: ze kunnen circa € 45,00 per kilo opbrengen en da’s dus op de veiling, dan liggen ze nog niet op je bord of bij de visboer.
Niet ver van de veiling, net achter de haven met de minuscule bootjes, met kajuitjes waar je nog geen bil in kwijt kunt, en de nettenboetende vissertjes, ligt een aantal restaurants, waaronder een standtent, ook werkelijk met de palen in het zand. Je kunt er zowel als tapa of als volledige schotel vele zeevruchten bestellen: tellines, scheermesjes, kokkels of venusschelpjes, inktvisjes en oktopus en de geweldige escamarlanets: kleine langoustines, gebakken in olijfolie en overgoten met een sausje van gemalen knoflook en peterselie. De schalen zijn zo zacht dat je ze vrijwel in hun geheel kunt eten. Ze zijn zoet en zeer smaakvol en ook niet goedkoop (relatief). Je geniet ze natuurlijk met een glaasje lokale cava. In de stad, die blaakt van vergane glorie, zijn nu, in het naseizoen, nog de nodige barretjes te vinden, die allemaal een heel arsenaal aan zeevruchten op de kaart hebben staan. Ze verdienen het stuk voor stuk om uitgeprobeerd te worden (voordat ze hun deuren sluiten). Ik denk dat ik nog wel even bezig ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten