Gisteren is het dan eindelijk gelukt: ik heb de top van de Sailfort bereikt, de eerste hoge bergpunt in de Albères, hier boven Collioure. Eerder deze maand was het te warm en braken we de beklimming vroegtijdig af. Twee jaar geleden moesten we net onder de top opgeven, omdat er teveel sneeuw lag, maar nu was het dan toch zo ver.
Het was fris en zeker bovenop behoorlijk winderig, maar misschien juist daardoor ook kraakhelder. In het zuiden zag ik de ruïne van Toroella en daarnaast Estartit met de Illes Medes (een duikersparadijs, want een van de mooiste en oudste Mediterrane zeereservaten). In het zuidoosten lag de Cap de Creus en in het noordoosten kon je Sète zien liggen (ok, het zag eruit als een wit streepje en een beetje heuvel, maar toch). In het noorden zag je duidelijk de Bugarach, de hoogste punt van de Corbières, die door velen wordt gezien als de enige plek ter wereld die overeind blijft als de wereld vergaat; elke vierkante meter grond in de wijde omtrek ervan is door bijgelovigen opgekocht.
Maar goed, bovenop de top van de Sailfort kun je nog schuilen ook, in de kleinste refuge, schuilhut, die ik ooit gezien heb. In 2006 heeft iemand een lang raam voor een ondiepe grot geplaatst, met daarin een piepklein glazen deurtje. Binnen vind je van alles om enige tijd te overleven, als je bijvoorbeeld door een sneeuwstorm overvallen wordt. Er liggen planken en een matras plus themodeken voor een bed, water en poedermelk voor je natje, biscuits en nog zo wat voor je droogje, lucifers, handschoenen, een zaag en ook nog een schriftje met pen. Aanvankelijk werd het proviand vaak gestolen, maar sinds de maker een plexiglazen kerststalletje met heilige naast de deur inmetselde, is er niets meer ontvreemd!
Onder de piek loopt een lang pad, helemaal tot Port Vendres. Het is een overdekt kanaal, gevoed door 3 bronnen, dat begin 19de eeuw in circa 50 jaar is gebouwd om drinkwater te leveren aan de vele vluchtelingen die vanuit Noord-Afrika in Port Vendres voet aan wal zetten en bleven plakken. Heel verrassend heeft dit kanaal in de bergen ook nog een lange tunnel (50 meter), waar je, gebukt, doorheen kunt lopen, met een lampje, want 't is er aardedonker en vaak nat door het regenwater. Een ingenieus bouwwerk, midden tussen de omgevallen bomen en zwijnenpaadjes.
Op de terugweg (het werd een wandeling van 5 uur) ging de wind liggen en hoorde je alleen nog maar de stilte.
De zere knieën waren deze ervaring meer dan waard!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten