Hij is weer even razend populair: Napoleon Bonaparte. Er is een nieuwe kaskrakerfilm, dus de gedrongen 'keizer' staat volop in de aandacht. Mogelijk was hij in werkelijkheid helemaal niet klein van stuk - zo schijnt hij alleen door zijn vijanden te zijn afgebeeld om hem 'klein te krijgen'. Hij heeft in ieder geval wel een grote impact gehad: het rechts rijden, de aanleg van de A27, de basis van het moderne strafrecht, het toekennen van achternamen en, waar mijn oog dan weer op valt: het inblikken. Dat laatste deed hij natuurlijk niet zelf, maar hij schreef een beloning uit voor degene die voedsel langer houdbaar kon maken (voor de soldaten natuurlijk). Een kok (Appert) kwam toen op het idee van verhitting om bacteriën te doden en, omdat glas zo kwetsbaar was (voor de soldaten), werd toen ook het conserveblik uitgevonden.
Ik dacht dat Napoleon ook de bedenker van die rare Franse telling was, waarbij de decimalen na de 69 vreselijk ontsporen en 60 + 10 zeventig is en 4 (x) 20 tachtig. Maar die kronkel blijkt al ouder te zijn.
Dat is jammer voor mij, want nu kan ik het bruggetje naar mijn mijmering niet maken. Ik dacht namelijk aan 'omdenken', wat met bovengenoemde telling beter 'kromdenken' kan heten, want ik blijf er maar mee worstelen: quatre-vingt-quatorze, hou op!
Met dat omdenken bedoel ik bijvoorbeeld het loslaten van ingesleten patronen: het laten ingaan van goede voornemens op 12 februari of 9 mei - ik noem maar wat data - of het maken van jaarlijstjes op 8 oktober en nieuwe trends benoemen op 26 januari, waarom niet?
Een van die trends in de horeca is het werken met texturen of structuren. Zo at ik recent in een 2 sterren restaurant en kreeg daar in het 8 gangen menu een gerechtje met 3 structuren van biet: een puree ter grootte van een theelepel, een gekookt schijfje kleiner dan de binnencirkel van een damsteen en een tartaartje van dobbelsteentjes waar veldmuizen mee pokeren. Er waren ook 3 texturen van ui, waaronder een geblakerd rokje van een zilveruitje.
Kijk ze gaan, die grote restaurantkoks die standaard een pincet in hun buisborstzak hebben gestoken en met hun door hete producten opgezwollen handen precies mikken om zo'n rokje delicaat op een crèmepje te plaatsen. Ching ching
De tweede trend zit hierin gevat en dat is het blakeren van groenten, met name ui en prei.
Het blakeren van die prei heeft een ware vlucht genomen. Er wordt poeder van gemaakt dat als peper over een gerecht kan worden gesnuft net zoals vanillespikkels in een ijsbolletje. "Authenticiteit ten top," giechelen de investeerders.
Als ik het over dat zwarte stof zou hebben met onze Franse buren, dan doen ze het waarschijnlijk in hun broek. Voor hun is de tijd van de calçots aangebroken: de dikke bundels jonge prei die op hoog vuur zwart worden verbrand en dan in een krant worden opgediend. Daarna worden ze afgepeld, in romescosaus gedoopt en als haringen aan hun staartje naar binnen gekieperd. Dit is geen nieuwe trend, maar een oude traditie met feest, muziek en dans (sardanes).
Nou was ik toch aan het omdenken en bedacht ik me: als we dat million dollar ingrediënt, de prei-as, nou eens van die calçots halen, dan zitten we zomaar op een goudmijntje. Geen verspilling, minder intensieve arbeid (denk aan de restaurantkok met een millimeterraspje), een veel goedkopere sensatie en dan nog wat: die preitjes worden geserveerd met een slabbetje, net als bij een hele kreeft. Daar heeft nog nooit een miljonair zich lullig bij gevoeld, dus kan de complete preisensatie op het bord en de as op de composthoop. Ik ben niet goed in rekenen, maar hier is 1 + 1 volgens mij 3!
p.s.: weten jullie het nog? Het ijs van Caraco; zo geweldig lekker!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten