zondag 28 augustus 2011

Amanooitniet

In het NRC van dit weekend staat een stukje over het eten van paddestoelen en wordt de Nederlandse Mycologische Vereniging genoemd als paddestoelenclub die ook excursies verzorgt. Er wordt bij vermeld dat het geen culinaire vereniging is en dat er ook niet geplukt wordt, maar wat het dan wel is, wordt niet helemaal duidelijk. Nou ben ik samen met een vriendin een blauwe maandag lid geweest van die NMV, omdat ik van dat niet-culinaire nog niet wist, maar mezelf wel als paddestoelenvrouwtje zag, met een rieten mandje struinend door de bossen om daarna thuis achter het fornuis de ene dampende cantharellenschotel na de andere eenkhoorntjesbroodsoufflé te bereiden. Al zoekend, onderweg, zouden we met alle leden natuurlijk uitgebreid recepten uitwisselen en halverwege een vuurtje stoken om alvast een omeletje te bakken. Overigens ben ik van jongs af aan al een groot fan van die boleten die bij ons in de buurt onder de dennenbomen tussen het mos groeiden en door onze Zwitsere/Italiaanse buurvrouw (eigenlijk wel zo'n rietenmandjes figuur) gretig werden geplukt en verwerkt. Maar goed die NMV dus, daarmee zijn wij (die vriendin en ik) ooit naar Bergen getogen voor zo'n excursie. We verzamelden op een parkeerplaats, waar de leden goed te herkennen waren: groenbruine ribbroeken, vilten hoedjes en waxcoats, met stevige stappers en een rugzakje met camera, opschrijfboekje, gereedschap, een appel en een zakje met boterhammen. De omgeving werd als extra interessant omschreven, omdat er zowel zand als kleigrond te vinden was, dus ook een grote diversiteit aan paddestoelen.
Alle neuzen waren meteen naar de grond gericht, er was niet echt een cursusleider die uitleg bood, dat was helemaal niet nodig: iedereen wist heel goed waar hij het zoeken moest. Bij elke paddestoel werd uitgebreid stilgestaan, nou ja, iedereen op de hurken natuurlijk, het vergrootglas erbij en een pincet voor een monstertje, dat in een soort gereedschapskistje verdween. Bij de hele bijzondere exemplaren kwamen de telelenzen tevoorschijn, werd het statief uitgezet en volgde een lange periode van opnamen knippen. Op enig moment kwam er zelf een mini-schepje tevoorschijn om de paddestoel voorzichtig uit de aarde te wippen, zodat ook de wortel onderzocht en gefotografeerd kon worden. Daarna werd het kleinood weer zorgvuldig terugggeplant. Op de parkeerplaats waren wij tweeën al een beetje giechelig geworden van al die boswachtertjes, maar nu konden we ons bijna niet meer inhouden. Het oh-en-ah geroep over een minuscuul paddestoeletje werkte erg op de lachspieren. Ondertussen verveelden we ons stierlijk en hadden we honger, omdat we die omelet hadden verwacht en daarom geen boterhammetjes bij ons hadden gestoken, en ook geen appel. Dus waren we uiteindelijk blij dat het erop zat. Het enige dat me nog goed is bijgebleven is die ene paddestoel die we zagen die vreselijk veel leek op de zeer giftige groene knolamaniet, ook wel death angel genoemd, die 4 tot 7 dagen na het eten ervan een pijnlijke dood door leverfalen tot gevolg heeft.
Niet lang na de excursie hebben we ons lidmaatschap opgezegd. Toen ontvingen we ook geen clubblaadje meer met die zo zorgvuldig genomen foto's van plaatjes en sporen. Maar goed, daar konden we toch al niets van bakken.

woensdag 17 augustus 2011

De koe bij de horens

Straks ga ik natuurlijk weer lyrische stukjes schrijven over de streekgebonden producten met hun zuid-franse terroir, maar ik mag niet vergeten dat 'wij' er ook wat van kunnen. Bij toeval zag ik een filmpje over Remeker kaas uit Lunteren en dat was zo leuk, dat ik die kaas meteen moest proeven. Bij de Kaaskamer, hier vrijwel om de hoek, hadden ze gelukkig de diverse soorten die op de boerderij worden gemaakt. Hoe meer je over de productie te weten komt, hoe lekkerder die kazen worden. Elke koe heeft rond de boerderij zoveel ruimte (8 vierkante meter) dat hij/zij de hoorns kan behouden. En dat komt het leven van het beest ten goede en uiteindelijk ook de kaas. In melk van gehoornde koeien zit aantoonbaar meer 'levenskracht' zo lees ik op internet, dus ik bedoel maar?!
De koeien van Remeker krijgen al jaren geen antibiotica meer en dat hoeft ook niet; hun voer en levenswijze zijn zo natuurlijk dat (preventieve) medicatie helemaal niet nodig is. De kaas wordt van rauwe melk gemaakt, krijgt minder zout, doordat het aantal pekelbaden is gehalveerd en heeft een natuurlijke korst die op de boerderij is uitgevonden en daar ook wordt gemaakt (van ghee). Ik heb natuurlijk al een stukje geproefd, vind 'm niet heel uitgesproken van smaak, maar wel fluweelzacht. Dat laatste schijnt weer te komen door de grote vetbolletjes in de melk (en dat komt weer door het ras - de Jersey - en hun leefomgeving: weiden met wel 550 wormen per vierkante meter). Hoeveel kun je te weten komen over een stukkie kaas?
En dan heb ik ook nog een gedroogde worst van Brandt & Levie gescoord.

woensdag 10 augustus 2011

Willy wortel

Willy wortel kreeg toch zo'n lampje boven z'n hoofd als hij met een briljant idee kwam? Nou, zo'n 'light bulb moment' had ik gisteren. Er is nog geen logo, maar ik heb lef/tover in het leven geroepen. Bij lef/tover kun je een lijstje opgeven van je restjes en daar maak ik dan een bijpassend recept bij. Ik ga niet alleen van die restjes uit hoor, dat gaat niet lukken. Een eitje erbij, of een plakje deeg, moeten het tot een mooi gerecht maken.
Lijstjes kunnen worden ingediend via facebook, twitter en lef/tover@mmmmm.net (etc.).
Je ziet, ik ben er klaar voor.
Nu alleen dat logo nog...

vrijdag 5 augustus 2011

Raar maar waar

OK, nu is het dan toch tijd toe te geven dat ik wel eens steel. Als ik in de stad langs een Oost-Indische kers kom, die in bloei staat, dan kan ik het niet laten er stiekem een bloemetje van te plukken (mits niet uitgekomen op hondenpis hoogte), om dat meteen in m'n mond te stoppen - weg bewijsmateriaal. Ik ben dol op de heerlijke scherpe en frisse smaak.
Nu was ik vandaag bij de dierenwinkel, waar ze als bijhandeltje ook jammetjes en siropen verkopen. Tussen de potten en flessen stond een klein potje ingemaakte kappertjes van Oost-Indische kers. Die kon ik natuurlijk niet laten staan. Ik heb er al één geproefd en ik moet zeggen: misschien is gestolen waar in de meeste gevallen extra aantrekkelijk, in dit geval gaat dat nu eens niet op.