Over reizen, dagelijkse beslommeringen, koken, kookboeken, recepten, experimenten, mooi en slecht weer en nog veel meer.
donderdag 17 februari 2011
De paden op
We begonnen bovenaan de Col d'Ouillat, of eigenlijk wat verder. Daar parkeerden we de auto op de kam van de bergrug en keken we zowel richting de Franse Albère als de Spaanse Albera. We staken te voet de grens over, door een gat in het prikkeldraad en vonden een karrenspoor dat we al zigzaggend afliepen. Onderweg was het landschap niet erg afwisselend, veel kale bomen en veel, heel veel net bijgevoerde kleine halfwilde, inheemse koeien. Er lopen er nog circa 350 rond en ik geloof dat we ze allemaal tegen zijn gekomen. Ons doel was het kleine kasteel van Requesens, op de bult die we bij aanvang door de nevel zagen opdoemen. Maar de kaartlezer had zich verkeken en in plaats van een uurtje gestaag doortrappen, waren we pas na ruim twee uur op een kruising, waar de keuze tussen chateau en bar/refuge snel was gemaakt. Na vijf minuten kwamen we op een erf met grote schuur, vervaarlijk loeiende stier (nummer 351?) en een kleine refuge achter een grote, kale, met lampjes behangen boom. We gingen buiten zitten. De erfhonden moesten aan de lijn, want onze Siena is deze dagen 'très aimable' (loops). Op de buitentafel werd een stuk wit papier uitgerold, afgeknipt en vastgeklemd. We kregen een koud biertje bij de menukaart en bestelden een amanida (sla), embotits (vleeswaren) en daarna pollaste (kip). De sla kwam vrijwel meteen, dikke stukken tomaat op knapperige frisé en smakelijke groene olijven. De embotits moesten nog gesneden en zo te zien, maakten we ze op, want madame moest het grote huis naast de refuge in om een hand vol nieuwe saucisse en saucisson te gaan halen. Het bleek allemaal huisgemaakt, tot en met de paté (als ik het goed heb verstaan met hertenvlees erin) aan toe! De kip leek eerder een kalkoenbout, sappig geroosterd, mooi gaar en prima op smaak. De huiswijn uit de buurt (in fles), was heerlijk, maar speelde ons wel parten toen we de terugtocht aanvaarden. Het bleek nog 2,5 uur lopen, steiler bergop dan de afdaling had geleken, al was het dezelfde route. Maar de mooie herinnering overstijgt de zeurende spierpijn ruimschoots.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten