maandag 13 december 2010

Over oren, neus, ogen en mond

"Maman, maman, deux, deux, j'en veux deux" zeurde het jongetje bij de slagerskraam, terwijl hij aan de jaspunt van zijn moeder trok. Hij kreeg meteen op z'n donder dat 'ie niet moest zeuren, maar hij kreeg ook zijn zin: in plaats van één kreeg hij twee gekookte varkensoortjes mee naar huis.
Aan dit voorval moest ik denken, toen ik ineens achter elkaar een aantal stukken las over het eten van slachtafval en/of orgaanvlees. Het begon met een blog van Meneer wat eet ons, die was uitgenodigd bij een prestigieuze lunch rond de slachtafvalmaand. Hij krijgt hierbij, rond dit thema, allerlei lekkers voorgezet, samen met een hele trits 'elkaars gezichtbepalende' culi's (want iedereen schrijft over elkaar, dus ook in de koks(blog) wereld gaat het niet meer over proeven, maar over zien en gezien worden). Er werd geproefd van stierenballen, andouillette, hersenen, zwezerik, niertjes en tong. Die niertjes vond meneer maar niks! Ik verbaasde me een beetje over dit wat bibberige stuk van een doorgewinterde eetschrijver, die toch ook vooral bekendheid heeft verworven door zijn onconventionele 'herontdekking' van veel bereidingen, producten en gerechten. Bovendien heeft hij een site/blog over worst en worst maken. En als worstenmaker heb je toch wel eens tot je ellebogen onder het bloed gezeten en al dat afval wat nu door een sterrenkok werd gepresenteerd, rauw verwerkt, lijkt mij. Maar de toon van deze blog doet anders vermoeden. Wat mij trof was de resolute afschrijving van de niertjes, die ik (dat moge duidelijk zijn) zelf vaak zo lekker vind.
Daartegenover staat blogschrijver Maarten van Thiel, die met een heerlijk tongrecept komt en daarbij ook nog eens prachtige opmerkingen maakt over het gebrek aan aandacht voor liefde voor het koken en het genieten van het eten bij al die 'andere' culischrijvers, maar dat terzijde, daar kom ik misschien nog wel eens op terug.
Daar staat weer tegenover wat Simon Schama in the Financial Times (31/7/'10) schrijft dat hij met smaak krokodil heeft gegeten en kangaroo, maar dat hij weigert tong te eten. Hij geeft het wel weer een leuke twist door als excuus te noemen dat 'ie bij het eten van tong (en dan m.n. lamstong, die zoveel op die van ons lijkt), misschien wel eens zijn eigen zou kunnen inslikken, waarbij de figuurlijke betekenis belangrijk is. Maar zonder verdere nuancering, vind ik het een wat flauwe opmerking.
En dan staat er in De Gids nr. 6 van 2010 een artikel van Diny Schouten over haar liefde voor (het werken met) al dat slachtafval, dat of geen aftrek vindt bij haar eigen verkoop, in diverse delicatessenzaken en in restaurants, of dat onder pseudoniem verkocht moet worden, omdat mensen griezelen van 'kopvlees' of 'snuit', terwijl je daar zulke heerlijke dingen mee kunt doen (niet in de laatste plaats omdat het zeer smaakvol is, wat van een gemiddelde biefstuk tegenwoordig niet meer gezegd kan worden).
Dus 'wat de boer niet kent dat vreet 'ie niet', gaat inmiddels ook op voor die doorgewinterde Randstadculi die met Kerst onder vrienden de meest 'waanzinnige' fazant, gevuld met kwartel en ganzenlever' op tafel gaat toveren, met geroosterde 'oergroentes' die Diederik zaterdag met zijn bakfiets op de boerenmarkt op de kop heeft getikt. Daarbij is zowel fazant als kwartel natuurlijk van alle herkenbare 'randverschijnselen' ontdaan (geen veren, poten - belangrijk bij die fazant om te kunnen bepalen of het een mannetje, vrouwtje oudje of jonkie is - geen ingewanden en al helemaal geen kop).
Die 'tot hier en niet verder' mentaliteit, staat mij tegen. Het betreft geloof ik veelal een bovenlaag van de bevolking die het zich kan veroorloven tijd en geld te steken in goed, 'verantwoord', 'duurzaam', 'bio', 'authentiek' enz. enz. eten en daar ook prat op gaat, maar als het echt 'authentiek' wordt, dan haken ze af. Ik heb wel eens een kennis horen zeggen: "Ik eet alles, maar als het oogjes heeft, dan hoef ik het niet." Het is zoiets als geld aan een zwerver geven, maar alleen als 'ie niet stinkt.
Moet dan voortaan al ons eten zo verwerkt worden en zo benoemd, dat we de oorsprong ervan helemaal niet meer kunnen vermoeden, zoals van die plakjes worst met het gezicht van Mickey Mouse erin geperst? Of geven we een rundertong een Vietnamese naam en verhogen we de prijs, zodat het net als de oester (ooit armelui voer) een 'must have' wordt, waar Diederik echt wel voor op zijn bakfiets de halve stad doorsjeest?

Geen opmerkingen: