dinsdag 24 november 2009

Een roos is een roos

Mooi hè, gewoon als stoof-peertjes in rode wijn gekookt. Stooflook dus.
Hoe ze smaken? Nog geen idee.

maandag 23 november 2009

Klaar

Al brandde ik m'n vinger aan de hete stoom, het resultaat is best aardig, dus hierbij.
Om de 'pottertjes' niet kapot te koken, hield ik het vuur laag. In het open raam liet ik ze snel afkoelen, al omscheppend (voorzichtig!). Ik wilde ze niet koud spoelen omdat er dan zoveel smaak wegvloeit. We eten er vanavond in sojasaus en honing gemarineerde blokjes geroosterde eendenborst bij (vet eraf gesneden, helft van het gewicht potdomme), dus deed ik een beetje wasabi door de vinaigrette. Let vooral op het bedje!

Pottertjes?


Voor mijn receptenverzameling wilde ik een linzengerecht uitproberen en 'when in Rome...' daarvoor moest ik natuurlijk Puy linzen hebben. Maar toen ik voor het schap stond, viel me naast de gewone groene linzen en de A.O.C Puy variant nog een soort op: de Lentilles Beluga. Ze zijn ook van Franse origine en zo mogelijk nog kleiner dan de groene (die alweer een stuk minimaler ogen dan de meest gangbare soorten). De kleine, glimmende ronde korrels, die me erg aan pottertjes doen denken, smeekten duidelijk om gekocht te worden. Ik denk dat ik er een salade mee ga maken (koken en dan mengen met een vinaigrette met mosterd, verse kruiden erbij, 'op een bedje van' dunne verse roquette). Als 't lukt wordt dit bericht vast vervolgd.

woensdag 18 november 2009

Ça brûle un trou/derrière


Het is al weer even geleden dat Bart en Fir de peperoogst verwerkten. Fir had de pepers, net als de zuurdesemstarter, in de handbagage mee naar Girona gesmokkeld. Bart had alle soorten (om te beginnen 11) als zaadjes opgekweekt. De heren maakten verschillende sausjes. De chocolat habanero was al eerder geoogst, een enkele had niet goed z'n best gedaan enz. Uiteindelijk werden er 6 brouwsels gestookt. Dat moest op de planxa (een grillplaat buiten), omdat er dodelijke dampen vrijkwamen. De pepers zijn, fijngesneden, ingekookt met een beetje azijn en een korrel zout en daarna door een zeef gewreven.
Bart heeft later in de keuken een smaaktest gedaan die zijn weerga op youtube kent. Wij combineren ondertussen verschillende gerechten met diverse hete bijlagen en letten daarbij een beetje op de afkomst (indisch eten bij aziatische peper). We hebben genoeg keuze voor een heel jaar, tot de volgende oogst. Gelukkig zijn die schuurpapiervelletjes op de toiletten hier inmiddels al lang verleden tijd en kopen we het zachtst van het zachtste; een schrale troost.
Wat de afbeelding betreft laat Bart weten dat het vlnr gaat om: Buth Jolokia uit Assam, de Afrikaanse Fatalii (geel), Ring of Fire (onder), Antillais Carribean, Big Sun (geel) en Naga Morich, ook uit Assam. De eerste en laatste heten de heetste pepers ter wereld te zijn, maar de Fatalii kan er ook wat van.

Je moet toch wat

Vandaag probeerde ik de markt in Argelès en die viel niet tegen. Hij was zeer uitgebreid, verdeeld over diverse straten. Ik had al een vermoeden dat 'ie vrij groot zou zijn toen ik het dorp binnen reed, want er was bijna geen parkeerplekje meer over. Nou ja, ver lopen is het hier nooit.
Er werd veel kleding aangeboden, voornamelijk rip-offs van een of ander populair friemeltjesmerk. Verder werden er natuurlijk de nodige streekproducten verkocht. Er stond een dame met eigen confiture van allerlei soorten vruchten. Haar mascotte zat achter haar op een plastic stoeltje: een witte geit!
Ik kocht mooie grote tomaten. "Wanneer wilt u ze eten, vandaag morgen of nog later?" vroeg de verkoper en kneep her en der om de juiste eruit te plukken."En niet in de koelkast hè!" moest ik nog horen.
Ergens anders kocht ik 2 mini-preitjes, een kleine venkel, één tak selderij en een rauwe biet. Heel gewoon hier, om maar een paar van dat soort muizenhapjes te kopen. Iets waar ze je volgens mij op de Albert Cuyp voor zouden lynchen. De groente is voor vissoep (ik kocht weer 'soupe' visjes). De rauwe biet is voor ontwikkeling van eigen receptuur. Lijkt me leuk als vloekend 'oerhollands' dessertje: roze pudding met rode saus en een ontbijtkoekwafeltje (niet verder vertellen, moet nog uitgegeven worden!). Jammer dat het nu geen bessentijd is.

zondag 8 november 2009

Fit for an earl

Ze sneed met groezelige handen en een afgekloven mesje een vrucht aan en lachte haar bruine tanden bloot: 'proeft u maar! echt heel lekker. Per ongeluk ontdekt toen we limoenen aan het kweken waren.' Op de marktkraam lagen kleine en grote limoenen en deze bergamot. Ik dacht zuur vruchtvlees te zullen proeven, maar het was vrij zoet. De smaak was heel bijzonder. Zelf deed ze het sap in de thee (verse earl grey zou je kunnen zeggen) en bewaarde ze de schillen voor in de taart. Ik zin nog op een toepassing.

vrijdag 6 november 2009

Maar waar smaakt 't naar?


Gisteren de jam afgemaakt. Ik had de deksel eraf moeten laten bij het inkoken, dan was 'ie achteraf iets steviger geweest, maar goed, ik ben nog een beginner. De stukjes meloen werden tijdens het koken vrijwel doorzichtig, wat ook de bedoeling schijnt te zijn. De smaak vind ik moeilijk te omschrijven. De nasmaak is duidelijk van vanille, daar zit iets teveel van in of nee... daarvan heb ik stokjes van zo'n hoge kwaliteit (bedankt Fir) dat ik er gewoon zuiniger mee om moet gaan. B. proeft marshmellows en verder citroen. Zou voor deze variant hetzelfde gelden als de doorsnee watermeloen? Een mooie 'drager' is het in ieder geval wel en in een potje oogt het lekker authentiek.
Vandaag liep ik naar de visafslag, want het roggebrood dat ik afgelopen zaterdag maakte en in een plastic zak min of meer vergat, bleek vandaag bij aansnijden niet te versmaden en schreeuwde om een begeleidend oestertje. Natuurlijk kwam ik met meer terug dan de bedoeling was, en ik heb me nog ingehouden! De krabbetjes die ik kocht, waren bij bereiding nog zo levendig dat ik er wel moeite mee had (ze worden hier om onverklaarbare reden 'franchettes' genoemd, hoorde ik gisteren). Met toegeknepen ogen kiepte ik ze in een pan met in witte wijn gesmoorde uien. Met een flinke scheut water liet ik ze gaarkoken. Daarna brak ik de schalen zo goed mogelijk en goot het geheel af. Ik bedacht vervolgens een 'ribollito' dus: olijfolie in de koekenpan, tomatenpuree erbij, afgeblust met witte wijn en daarna het krabbengruis. Daarbij weer het vocht toegevoegd (oeps, zand onderin) en dat opgekookt. Dit moet ik weer zeven en dan is 't wel mooi geweest. Nu nog een bestemming bedenken.

woensdag 4 november 2009

Madame Massot

Eindelijk vond ik dan een mogelijkheid om de winkel van mevrouw Massot te bezoeken. Zij is alleen op woensdag- en zaterdagmorgen open en tot nog toe was het gewoon te druk met gasten, of veel te zonnig om vroeg op pad te gaan of moest m'n boek uitgelezen worden. Luxeproblemen, heerlijk!
Madame zit met haar winkel achter een grote houten schuurdeur, midden in de 'grote straat' van Argelès. In een oude, onverlichte en koele garageruimte. Vandaag stonden er een paar kratjes met dikke bossen donkergroene 'bleek'selderie, plein champs tomaatjes, kromme radijzen, kleine groene puntpaprikaatjes en in het midden stond een soort carrousel vol met pompoenen, kalabassen en 'pastèque á confiture'. De achtermuur verdween bijna onder een nog grotere verzameling dan op de carrousel, in alle vormen en maten. Madame (op leeftijd, kort grijs haar en met handen waar de zwarte aarde nooit meer vanaf te wassen is) stond zelf in haar boerenschortje achter de kassa, die alleen als geldla dienst deed, want het bonnetje werd hoogstpersoonlijk uitgeschreven. Een vriendin zat zo'n beetje tussen de pompoenen op een houten stoeltje. Beide dames wezen me op de pastèque, waarvan ik het bestaan niet wist, dus nam ik er één mee. 'Voor de confiture hoor', werd me nadrukkelijk verteld en...'wel schillen!'
Thuis zocht ik op wat het was en toen zag ik ook meteen de gelijkenis: pastèque is gewoon watermeloen, maar pastèque á confiture is daarvan wel een speciale variant, ook wel gingérine genoemd of courge á confiture (jampompoen dus eigenlijk). Hij is lichtgeel van binnen (ik kreeg een door madame persoonlijk geselecteerde rijpe mee) met in de zachtere kern bruine pitten. Ik sneed de meloen doormidden, schraapte het pittendeel eruit, schilde 'm en sneed er kleine schijfjes van. Die liggen nu met de helft van hun gewicht aan suiker, een vanillestokje en een halve citroen in dunne plakjes op te lossen in een pan. Als het goed is voorziet de pastèque in zijn (of is het la p.?) eigen confiturevocht. Dat duurt nog tot morgen. Dan 2x opkoken en in potjes doen.
En dat alles terwijl ik helemaal nooit jam eet.