'Heel even fonkelde de late namiddagzon door het Spaanse mos, dat een netkous van schaduw over de Mississippi-rivierdelta legt.' Nee, dit is geen proeve van mijn literaire ambitie. Dit is een zin uit een recensie in de NRC van een restaurant in Amsterdam. Er wordt niet alleen literair gedaan, je wordt ook om de oren geslagen met beschrijvingen van gerechten en het gebruik van begerenswaardige ingrediƫnten, zoals Khmerboter, penja-peper, 'grains of paradise' (verwant aan zwarte kardamom) en ehuru (kalabasnootmuskaat). Deze laatste heeft overigens een zwoel houterige smaak, jawel. Bij de bespreking staan geen foto's, maar ik vermoed bloemetjes, oliedruppels en andere pincetwaardige toevoegingen. Toch schrijft de recensent over sommige gerechten dat die 'gewoon nog niet af zijn.'
Ik denk maar weer eens aan 'mijn' Kim in mijn vorige blog of in dit geval Manu, de dorpsvisser, die gisteren baudoie (zeeduivel), tong en kreeft op ijs had liggen in zijn viskraam aan de kade, 's nachts gevangen dus heet van de naald = uit het net. Wat zou hij vinden van 'een dikke zoete sint-jacobsnoot, direct van het vuur opgediend in bruisend-hete vanilleboter in de schelp, met een zoete sukade-toets van gekonfijte citrusschil en een onverwachte tropische kruidigheid uit de gitzwarte mbongo-tchobi-saus...'? Ik zie Manu naar me staren en langzaam een vinger naar zijn slaap gaan. '"'Tok, tok', rare jongens die Romeinen," citeert hij uit Asterix & Obelix. Ik kan niet anders dan knikken, al staat er in het desbetreffende restaurant een Hollander achter de kachel.
Even terzijde: volgens een andere krant is deze chef wel zo bijzonder dat hij 'een regelaar naar buiten toe is'. Interessant!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten