woensdag 27 september 2017

Eenheidsworst

 De buur (eigenlijk de -man, maar dat is hier ongepast) stond van de week op de stoep met een stuk zwijn, ik noem het maar niet 'wild' want dat woord kan tegenwoordig gauw verkeerd vallen; 'ever' kan misschien nog wel. Zeug of teef? Ik heb het niet gevraagd.
Het vlees maalde ik fijn en mengde ik (half-om-half) met vet varkensvlees (gelukkig kan vet tegenwoordig weer).  Helaas kon het zout en peper niet in gelijke delen worden toegevoegd, want dat zou een zeer pittig geheel opleveren, maar er is hier geen sprake van voortrekkerij of zo. Vervolgens kneedde ik er venkelzaad door, dat was ook 'wild', maar misschien klinkt 'uit de berm' hier beter. En tot slot ging er een scheut Banyuls door (alleen witte, want rode had ik niet in huis, anders had ik het natuurlijk 50/50 gedaan). Met de molen vulden we (m/v) een lang stuk lamsdarm dat ik in worstjes van gelijke lengte draaide. En deze aten we, gebakken in olie en boter (je begrijpt wel in welke verhouding) met een gemengde salade. En weet je wat: de smaak was allerminst neutraal.

Geen opmerkingen: