Het is een plek waar de wijnboeren de kuilen in hun paden repareren met pulp, de gesnoeide ranken gebruiken als brandstof voor de barbecue en waar de hond zijn tanden scherpt aan de gerooide stronken.
De wijnoogst is net achter de rug; dat gebeurt hier op de steile hellingen vooral met de hand. Voor het ploegen worden steeds vaker paarden ingezet. Onze buurman maakte laatst een zwijnenstoof met druiven en schreef daarover op Facebook: "Als jij mijn druiven opvreet, maak ik jou ermee klaar." Daar zit wat in, want in veel wijngaarden is de grond flink omgewoeld. De wilde varkens wroeten ook hier langs ons bergweg, wat wel duidt op 'grondige' activiteit. Ondertussen schudden mensenhanden verwoed aan boomtakken, want de olijvenpluk is begonnen en de oogst ziet er veelbelovend uit.
Dit weekend liepen we in de heuvels, toen ineens de zoon van onze Obelixbuur opdook, net boven ons wandelpad, met een geweer onder zijn arm. Hij zwaaide vrolijk. "M'n vader staat hier benenden," zei hij nog en toen schoot hij, vlak achter ons, drie keer met dat geweer op een paar duiven. Ik sprong uit m'n vel, de hond uit z'n vacht. Pa stond met zijn eigen jachthond ondertussen gezellig te keuvelen met een 'partner in crime'.
Er kwam geen compensatie voor de schrik in de vorm van een lekker vogeltje, maar dat deert niet, want ditzelfde weekend stond hier op de markt de wagen van de slager. Er was geen lange rij, dus kon ik rustig alle uitgestalde waar bekijken en iets uitzoeken. Dat valt niet mee hoor, want alleen al de huisgemaakte patés bezorgen keuzestress: 'campagne' of 'nature', met vijgen, met noten of met ganzenlever en eekhoorntjesbrood. Er zijn ook allerlei soorten worst, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen hele dunne (fuet), redelijk dunne (saucisse) en dikke (saucisson), met peper, zonder peper, met piment, zonder piment, nog zacht bij het indrukken, of goed gedroogd. Er is 'pa de fedge' ofwel: pain de foie (leverkaas), ossentong in gelei, donkere bloedworst, of witte en dan nog een hele trits aan stukken vlees, hoofdzakelijk van een boer uit de buurt die zijn beesten een naam geeft. Dit lijkt in niets op de Amsterdamse vleesjuwelier waar de ingesealde pakjes van een zuinig onsje lever, gebraden gehakt, gerookte ardenneham of gebraden rollade allemaal onder het kopje 'eenheidsworst' vallen. Welke Nederlandse slager onderscheidt zich nog, heeft de muur bekleed met prijzen voor zijn of haar hoofdkaas, saucijs of pastei?
Maar ligt dat aan de slager, of aan de klant?
We wonen hier niet in een hoofdstad, maar gewoon in een dorp aan de kust met ongeveer 4500 inwoners en enkele toeristen. De fruithaven biedt behoorlijk wat werkgelegenheid en dan is er naast de wijnbouw nog wat reuring in de visserij.
'Gewoon een dorp' doet niet echt recht aan deze plek, die ooit vol bedrijvigheid was als op- of afstaphaven voor passagiers van en naar met name Algerije. Grote paquebots (pakboten!) legden aan met lading en passagiers. Er waren diverse hotels, eetgelegenheden, pakhuizen etcetera. Maar toen Algerije onafhankelijk werd, stopte deze verkeersader, sloten de hotels, maar werden er juist weer huizen gebouwd voor de remigranten ('pieds noires'). Nou ja, daar is nog een boel over te vertellen. Dat komt nog wel een keer. Nu eerst even een broodje paté (die met paddenstoelen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten