dinsdag 29 juli 2025

Het perfecte plaatje

Een paar weken in de zomer hoor je plots het gepiep of motorische gesnor van de luiken in huizen en appartementen die de rest van het jaar in diepe stilte zijn gehuld. De Franse families luchten de kamers en vullen de terrassen, stranden en parkeerplaatsen langs 'onze' Mediterraanse kust. Onder de vakantiegangers bevindt zich een bepaald slag: de Parijzenaar. Dit type gedraagt zich als een dominante hond: kop omhoog, borst vooruit en recht door zee. Zelf zien ze zich als volledig geïntegreerd dorpsgenoot; local yokel. De vrouwen dragen niemendal teenslippertjes en flodderige hippiegewaden. De zonnebril, liefst met groot merkteken, steekt in het semi-verzilte blonde haar en aan de arm bungelt een rieten tas of mand. De mannen dragen espadrilles, afgetrapt met rafelig touw en zongebleekt, alsof ze er het hele jaar op lopen. Ze hebben een iets te onbezweet T-shirt aan of een los linnen overhemd. Ook de man heeft zijn zonnebril niet voor de ogen, maar op het hoofd. Hij slentert het dorp in, of verplaatst zich op een fiets met gekleurde elastiekjes aan het spatbord.

Tot mijn verrassing kunnen we in Amsterdam hetzelfde type tegenkomen, zo bleek afgelopen week. 
We stonden bij een goede slager: Alain Bernard op de Albert Cuypstraat. Hier maakt een hecht team heel veel zelf: Italiaanse venkelworstjes, Engelse 'bangers', witte en zwarte bloedworst, patés, rillettes enzovoort. Er is een keur aan vleeswaren en daarnaast zijn er natuurlijk ook gewoon stukken vlees te koop. 
Terwijl we werden geholpen, kwam er een jonge vrouw achter ons binnen met lang blond haar, in korte broek en haltertop. Ze plofte haar uitpuilende rieten mand op de grond en was meteen aan de beurt. Zelfverzekerd stelde ze haar vraag:
"Hebben jullie ook soepballetjes?" 
De verwarring trok over het gezicht van de verkoopster. Ik zag haar denken: 'Gehakt, ei, broodkruim en wat kruiderij, hoe moeilijk kan het zijn.'
"Ehhh, nee." 
"Oh...nou, doe dan maar wat rundergehakt."
De collega van Alain, die hier ook al jaren werkt, bemoeide zich ermee. Hij kon dat duidelijk niet laten.
"Mevrouw, voor de soep kunt u beter half-om-half gebruiken, want met varkensvlees blijft het lekker mals."
"Oh, nee, varkensvlees," zei mevrouw geschrokken,"dat eet ik niet."
Daarmee verraadde ze in mijn ogen haar 'Parijse' chique. Ze ging vast lekkere pot au feu maken, van groentetjes gekocht bij de kraam waar je goud betaalt. Haar vriendinnen zouden ervan gaan smullen en foto's maken van de kleurenpracht in de diepe borden met Marokkaans motief. Maar omdat de populairste influencer nou eenmaal van de daken schreeuwt dat varken (ze neemt het woord 'vlees' niet eens in de mond) bad for you is, komt dat er bij deze dame niet in. 
"Hee, Juul," roept haar onderbuur guitig als enige rasamsterdamse in het oude pand aan de Sarphatistraat.
"Kind, ik trek ook soep of eigenlijk boelejon, lekker van die botten die ze bij slagerij Zuid altijd voor nop verkopen en dan wat prei en wortel en natuurlijk een bossie sellerie. En balletjes hè, die draai ik met twee tegelijk. Van m'n moeder geleerd, hebbe haar ziel."
'Juul' knalt haar deur dicht. Ze zucht. Nu moet ze zelf balletjes draaien; daar gaat haar middag.

woensdag 23 juli 2025

Uit de oude boot

Hij voelde zich een piratenkok, zelfs op deze stalen schuit. 
Hij had kruidenplantjes in bakken aan de trapleuningen gehangen, de patrijspoorten eigenhandig lichtblauw geschilderd en een pluche papegaai aan een luik opgehangen. Reuze grappig allemaal, maar niet bepaald professioneel. Dat bleek hij sowieso niet te zijn, al had hij een vast contract als scheepskok weten te bemachtigen. Ondertussen was hij hypernerveus en gingen bij mij alarmbellen rinkelen toen ik hem een keer vroeg of hij iets uit mijn hut wilde meenemen, waarop hij zei: "Ik ga daar niet alleen in, want als er straks iets ontbreekt, denkt iedereen dat ik het heb gestolen." 
Ehhh...
Maar goed, we zouden samen een reis van een week maken en daarna aansluitend bij Sail Den Helder twee grote partijen achter elkaar cateren. Die waren belangrijk, want het betrof (potentiële) sponsoren met personeel. De organisatie van Sail bood de mogelijkheid om de catering op zich te nemen, maar onze 'baas' vond dat wij het wel zelf aankonden, we waren immers met z'n tweeën (en andere bemanning); even de schouders eronder en we zouden voor 2 x 150 man (namiddag en vooravond), vlak na terugkomst van de reis en het afstappen van de passagiers, best in staat zijn om 2 x een buffet met glaasjes zalmmousse, warme garnalenbouillon, diverse luxe salades, sandwiches met 4 soorten beleg, gevulde eitjes met een topping van haringkuit en microgroenten en wat dies meer zij, samen te verzorgen en uit te stallen. "Jongens, jullie kunnen dat!" 
"Maak jij hiervoor een bestellijst?" vroeg ik aan Zwartbaard. 
"Ja," zei hij voorovergebogen over een A-4'tje (zonder pen, viel me op). 
Toen we al een tijdje waren uitgevaren en er nog niets op papier stond, heb ik, op het randje van bereik, de telefoon gepakt, de Sailorganisatie gebeld en zonder overleg de catering van de twee partijen uitbesteed. Pas daarna heb ik het de schipper gemeld. Die moest hoofdschuddend toegeven dat hij ook geen enkel vertrouwen in onze zeerover had. Overleg met de baas was inmiddels niet meer mogelijk, want we hadden geen telefoonbereik meer.
Toen we na een week Den Helder weer binnenvoeren, was het een en al reuring. We konden daardoor niet afmeren aan een behoorlijke steiger en werden in de industriehaven gedumpt. Alle spullen voor de buffetten moesten, in uitzonderlijk warm weer, over een wiebelige steiger aan boord worden getild; kar na kar, koelbox na koelbox; een enorme onderneming. Er was een medewerker van kantoor gekomen, die het allemaal gadesloeg. 
"Dacht je nou echt dat we dit met M. hadden kunnen bolwerken?" vroeg ik hem. 
Hij schudde het hoofd, onder de indruk van de hoeveelheid karren en boxen en de tijd die het innam om het alleen al aan boord te krijgen. Ondertussen stonden de hooggehakte dames en strak in het pak gestoken bankenbobo's al te trappelen op de kade. 
Bij de tweede tocht met prominenten bleek dat de directeur van het schip meevoer. Hij nam mij na afloop even apart, zat gemoedelijk met mij op het bovendek en maakte me een compliment voor mijn voortvarend handelen. Hij zag inmiddels ook wel in dat piratenkok niet mans genoeg was voor zo'n klus. Deze had mij stom genoeg ondertussen al bekend een enorme hoeveelheid medicatie te slikken tegen ADHD, borderline en weet ik wat, en dat hij dit had verzwegen om de baan te krijgen. Liegen bleek zo'n beetje zijn handelsmerk. 
Ik vond dat ik het hele gebeuren schiftelijk aan het kantoor moest melden.
Toen ik daar ongeveer een maand later werd ontboden, dacht ik nog genoegzaam dat mij een contract aangeboden zou worden. Tot ik mijn verslag zag liggen met dikke rode pennenstrepen. De assistent van de directeur voerde het woord. Ik kan het verloop van het onderhoud kort houden, want bij elke organisatie gaat het om de centen. 
Hoe had ik het in mijn hoofd gehaald? Ik had het bedrijf op gigantische kosten gejaagd! 
Ik schrok me een hoedje. Had de directeur me tijdens het gebeuren geen schouderklopje gegeven? 
Helaas was daar niemand getuigen van geweest, behalve de rat zelf, die nu knikkend naast zijn medewerkster op dezelfde rode onderstrepingen tikte. Ik zei nog dat de twee grote bedrijven zeer voldaan waren vertrokken, goed hadden betaald en uit tevredenheid vast wel een nieuw topzeil zouden sponsoren. Maar barbertje moest hangen. 
En toen moest ik lachen. De sidekick zag het en liep rood aan.
"Ontsla me dan maar," zei ik kalm, schoof m'n stoel naar achteren en verliet de kamer met lichte tred.
Als vrijwilliger met een 0-urencontract kon ik namelijk helemaal niet ontslagen worden. 
Dus na dit incident ben ik gewoon blijven varen en heb ik nooit meer wat van Zwartbaard gehoord, noch van het hele 'incident' en, toegegeven, noch van een dankwoord. 

zaterdag 19 juli 2025

Bord voor de kop

De lantarenpalen bij de ingang van de stad hangen vol met veelzeggende bordjes: 'Emissievrije zone',  'Tegen femicide', 'Honden aan de lijn', 'Daklozen zijn lief', '30 kilometer is best hard' en 'Wij tekenen voor schoon drinkwater'. Helemaal onderaan, net daar waar de paal door hondenpis afbladdert, komt binnenkort een nieuwe aanwinst: 'Foie-Gras vrij'.
Natuurlijk kwam dit niet uit de lucht vallen. Er zijn zittingen en demonstraties geweest, discussie- en inspraakavonden gehouden, moties ingediend en diverse laterale en bilaterale vergaderingen gevoerd. Iedereen was het erover eens dat de terminatie van het lijden van het gevogelte voorop stond en dat de Nederlandse hoofdstad hierin een voorbeeldfunctie moest vervullen. 
Maar dat was niet waarover werd gedelibreerd. Als er 'foie-gras' staat, zo was het pijnpunt, moet er dan ook niet 'chien en laisse' op de bordjes komen te staan? En als we het vertalen, moet er dan ganzenlever slash eendenlever staan - lange tekst, dure grap!? Dat was waar iedereen zich het hoofd over brak.
Omdat tegenwoordig gaza, gaza, gaza op de lippen ligt, lag het gebruik van 'ganzenlever' voor de hand. Iemand in de gemeenteraad betoogde: 'De dieren worden gemarteld en gedwongen om te eten en dat alles om onze luxebuikjes te voeden; dat is Amsterdamse 'ganza' problematiek. 

Ja, het zijn dieronvriendelijke praktijken. Al heb ik met eigen ogen gezien hoe het ook op een diervriendelijke manier kan, dat praat het vetmesten nog niet goed. Wat mij stoort, zijn de balk en de splinter hier in de hoofdstad.
Kan die dierenpartij of fractie of groepering of rebellion niet beter havermoutpap in de uitlaten van de auto's smeren die bij de drive-in McDonald's stoppen voor een hamburger? Die megakuddes runderen op kale velden in de hete zon, hun eindeloze transport in overvolle veewagens, hun gruwelijk slacht, de ontbossing, de vervuiling...
Moet de hoofdstad van Nederland nou echt klein beginnen, of is dit het zoveelste voorbeeld van muggenzifterij, oogkleppen en de macht van het grote geld en de multinationals?
Daarom houd ik volgende week een inspraakavond, hier langs de A10 in Noord. Hier wil ik, als ik de stad binnenrij, langszaam tuffen langs het bordje: '(Mac) Donald weg ermee!'  Da's meteen twee vliegen in een klap!

woensdag 9 juli 2025

No brainer

Er staat een foto in de krant van jonge vrouwen die breed lachend zwaaien naar en foto's maken van een robot op het hoofdkantoor van Albert Heijn. Je ziet dat de vrolijke dames erin getrapt zijn: ze doen menselijk tegen een machine. 
Het gaat om nieuwe ontwikkelingen en dat wil natuurlijk zeggen AI, want, zo staat er: 'Klanten vinden het steeds lastiger om iets op tafel te zetten. En niemand heeft meer tijd.'
Dus: vraag het 'Steijn' de 'humanoid'. 
Steijn weet straks ook raad met de boodschappen die je hebt gekocht, maar nog niet hebt gebruikt. 

Lucia, net thuis van een uitputtende dag die eindigde in een lange file - gelukkig kon ze luisteren naar een speciaal voor haar samengestelde playlist op Spotify -  pakt haar telefoon.
"Dag Steijn."
"Dag Lucia, wat kan ik voor je doen?"
"Wat heerlijk om je stem te horen, Steijn. Zo vertrouwd. Ik sta voor mijn koelkast,"(Lucia maakt een foto), "eieren, tomaten en een stukje feta. Ik moet zo sporten, dus heb maar 10 minuutjes. Help!"
Het is even stil.
"Dag Lucia, ik stel voor dat je een omelet maakt met stukjes feta en tomaat. Smakelijk eten en een fijne avond."
Lucia is verrukt, al mislukt het idee. Steijn heeft er niet bij gezegd dat ze boter of olie in de pan moet doen en zelf was ze daar niet opgekomen. Bovendien heeft ze geen enkele vetstof in huis; stel je voor!

Vanmorgen liep ik door de buurt en het viel me op hoeveel borden ik tegenkwam. 'Losloopgebied', 'verboden voor onbevoegden', 'pas op werkverkeer', 'kraamkamer voor wilde bijen'. Ondertussen liep ik met de hond aan de lijn, stak ik een bouwplaats over, keek ik naar een berg zand en bedacht ik me wat ik eens zou koken met het restje witte kool en de aardappelpuree van gisteren. Omdat ik nooit een koptelefoon draag, kletste ik met medewandelaars, hoorde ik allerlei vogels fluiten (fazant, scholekster, tjiftjaf, gierzwaluw, ekster, meeuw), het ruisen van de boombladeren, enzovoort. Voldaan en vol ideeën kwam ik thuis. Veel stappen gemaakt, dus de sportschool overbodig, bijgepraat en met een idee wat ik ga koken vanavond. Daar had ik geen enkel (waarschuwings)bord voor nodig.

Gisteren was ik bij een meneer in de buurt die hulp had gezocht voor het onkruid wieden in zijn kleine achtertuin die was verwaarloosd nadat hij lang in het ziekenhuis had gelegen. In het uurtje dat ik gras uit de grond trok, hoorde ik over zijn vlucht - 13 jaar oud - uit het ouderlijk huis in verband met een vader met jeneverkegel en losse handjes, zijn werk als reclametekenaar bij Cloeck en Moedigh (wie hoort nu niet dat klossende paard?), zijn vorig jaar overleden vrouw, en zijn darmkanker; en ik bewonderde zijn bijna voltooide puzzel - niet meer dan 1000 stukjes, want de eettafel is klein.
Ik belde met Steijn.
"Hallo Steijn."
"Hallo Catrien, wat kan ik voor je doen?"
"Steijn, ik heb in de koelkast van meneer Josse gekeken en er ligt alleen eenzaamheid."
Het is even stil.
"Hallo Catrien, wat kan ik voor je doen?"
"Steijn, hier woont een eenzaam mens!"
Het is even stil.
"Ik begrijp het niet Catrien, wat kan ik voor je doen?"
Ik druk Steijn weg.
"Get a life," mompel ik korzelig.
 En zo is het maar net.