Het heet koken, maar zo noem ik het niet als ik lees over een gezin waarin de moeder door de week het eten maakt uit een verspakket en vader in het weekend 'echt in de keuken staat' en dan vooral een ovenschotel in elkaar flanst. Mijn kapper vertelde dat AI haar vriend is, vooral als het op koken aankomt. Stom genoeg durf ik helemaal niet te proberen om AI voor mijn kookkarretje te spannen, bang dat het nog werkt ook. Dat is een vorm van omgekeerde domheid: ik wil gewoon mijn culinaire hersens blijven kraken en hersengymnastiek schijnt heel gezond te zijn.
Het gekke bij dit verhaal is dat ik recent door Meta/Facebook werd gevraagd of ik ermee akkoord ga dat mijn 'publieke informatie' wordt gebruikt om AI te voeden, opdat hij/zij straks uit mijn computer opduikt met de uit mijn woorden samengestelde zin: "Ik denk dus ik ben." Vervolgens wordt daarvan gemaakt: "Ik denk dus ik ben slimmer dan jou," en al heel snel wordt dat: "Ik denk, dus ik ben slimmer dan jij." Voor de duidelijkheid: Nee Zuckerberg, ik ga NIET akkoord en als protest ook geen eigen afbeelding bij dit stukje.
Koken is voor mij niet achteloos volgen wat mij wordt voorgeschoteld. Het is een handelen dat mij aan het denken zet, bezighoudt, stimuleert, mijn smaakpapillen prikkelt en uiteindelijk mijn tong streelt. Zo krijgt mijn eten een ziel. Ik weet wel dat ik voor eigen parochie spreek, want ik ben bovenmatig geïnteresseerd in koken en heb daar de tijd voor, of liever: neem daar de tijd voor. Uit een pakje of een doos of van blad koken, dat zit niet in mij.
De fascinatie komt wel ergens vandaan, namelijk van personen die met liefde en kunde in de keuken stonden of nog staan. Hun vuur en passie, het gemak en de vaardigheid waarmee ze een brooddeeg opbollen of een vis fileren, het respect voor en de kennis van de ingrediënten; dat alles geeft mij vrijwel dagelijks goede zin en heel veel plezier.
Misschien is er hoop te putten uit het feit dat er mogelijk heel veel informatie in boeken staat, die het AI-brein nog (?) niet heeft bereikt. In het keukenmeidenkookboek uit 1789 werden de aardappels nog bij hun naam genoemd en niet omschreven naar hun kookeigenschap. Idem dito de appel, waarvan de gebruiker gewoon wist of 'ie friszuur of sappig zoet of papperig was, geschikt als handappel, voor de moes of in de taart. Misschien komt er een tijd dat wij het heft weer in eigen handen willen nemen en niet alleen noten, maar ook onze hersenen kraken.
Grappig genoeg moet ik in deze context denken aan die keer dat ik een mevrouw aan de lijn kreeg op een ongelegen moment. "Mevrouw, ik ben aan het koken," zei ik, waarop zij antwoordde: "Nou, nou, u hoeft niet boos te worden!". Zo zie je maar weer dat er koken en koken bestaat, beide in iedere geval nog steeds als werkwoord.
1 opmerking:
Leuk stukje Catrien! Herkenbaar natuurlijk. 😘 Eh dit is Wilma…
Een reactie posten