zaterdag 23 maart 2024

De lachende meeuw

We zitten met z'n vieren op het terras van een restaurantje op het plein in Collioure, vrijwel onder het appartement dat wij in het laagseizoen jaren huurden. De zaak is net een paar weken open na een wisseling van de wacht. Er zat al jaren een restaurant, maar we kwamen er zelden, omdat de uitbaters zulke chagrijnige koppen hadden en het eten erg doorsnee Catalaans was. Maar nu is het een bouillon geworden; een type restaurant met een traditionele Franse keuken (waaronder die bouillon) voor een schappelijke prijs. In dit geval staan er als voorgerecht bijvoorbeeld hardgekookte eieren met mayonaise op de kaart en gesmoorde prei met vinaigrette. Als hoofdgerechten kun je kiezen uit gestoofde varkenswangetjes, steak tartare of een garnalenspies en voor het dessert neem je bijvoorbeeld een grote soes gevuld met slagroom overgoten met warme chocoladesaus. 
Er zijn tijdens onze lunch veel lokalen aangeschoven, het is druk. De sfeer is gemoedelijk, maar er ligt gevaar op de loer. 

Op kleine afstand van het terras staan twee geelpootmeeuwen gluiperig te kijken. Het zijn van die joekels die een rood puntje op hun snavel hebben, alsof ze willen laten zien hoe bloeddorstig ze kunnen zijn. Af en toe vliegen ze een rondje om hun imposante spanwijdte (130 centimeter maar liefst) te demonstreren. De serveersters moeten dan hun eigen vleugels spreiden om de opdringers weg te jagen. Dat gaat een tijdje goed, tot wij ons voorgerecht krijgen voorgezet. 

Ik zie 'm aankomen, van rechts opzij. Hij scheert over de eerste rij tafels, maakt een scherpe draai naar beneden en zet zijn snavel in de paté op het bord tegenover mij.  Het is geen stevige plak, dus valt het grootste deel meteen weer uit de bek op tafel en deels in een wijnglas. 
Een paar tellen laten staat meneer of mevrouw weer van een afstand onschuldig te loeren. 
In het Frans heet een kokmeeuw een mouette rieuse, maar in dit geval lijkt die naam mij ook wel van toepassing op deze smalende reus. Om ons heen wordt met ongeloof gelachen, maar de serveersters zijn niet onder de indruk. Wij eten vervolgens smakelijk door en worden verder met rust gelaten, al kijken we af en toe schielijk om ons heen.

Zoals er hier bij een restaurant bijna 'moordende meeuwen' zijn, is er in de Amsterdamse horeca sprake van 'moordende concurrentie', lees ik in een interview in de krant. Misschien dat de ondernemers daarom van gekkigheid niet meer weten wat ze verzinnen moeten. Ik lees even verderop in een recensie over gefrituurde kikkerbilletjes (die smaken als goede 'fried chicken'!) met mergmayonaise en bottarga. En over pulpo tonato met 'toefjes'. Overigens blijkt het hier te gaan over inktvis in plaats van octopus, zoals de naam doet vermoeden. Daar heeft de gemiddelde klant (noch de recensent) kennelijk geen problemen mee. Die laat zich graag verrassen door het zoveelste zakkenvullersconcept en tikt na de maaltijd zonder morren ruim over de honderd euro per persoon af voor 'shared dining': het eufemisme voor 'een voor de prijs van twee'. 
"Verschil moet er zijn," denk ik maar. Al heb ik wel een goede tip voor alle horecaconceptontwikkelaars in Nederland: breng bijzondere spanning in je zaak en laat, zonder aankondiging, een meeuw overvliegen die het eten van het bord pikt. Succes verzekerd!

Als noot wil ik nog wel even toevoegen dat wij vroeger in de zomer op vakantie gingen naar Vlieland en met de veerboot vanuit Harlingen de Waddenzee overstaken. Mijn broer en ik kregen dan aan boord onze boterhammenlunch. Als we die buiten opaten, werden we ook altijd belaagd door meeuwen. Ik heb daarna lang niks moeten hebben van al dat gefladder, maar vind het, gezien de recente ervaring, best stoer dat ik daarvoor toch nooit op de bank van de psychiater ben beland (en mijn broer ook niet).

Geen opmerkingen: