vrijdag 14 mei 2021

De hakken in het zand

Er is ophef, naar mijn mening terecht, over de 'nietig verklaring' van de kunst en cultuur. Er zijn al langer politici die deze tak van sport in hun portefeuille hebben gekregen, terwijl ze thuis naar een Appel (met een hoofdletter) kijken en zeggen:"Dat kan mijn kind van drie ook."
De Jonge (die in zijn carrière ook aan cultuur mocht ruiken) kijkt hierbij naar de punten van z'n schoenen; wat een ontwerp, wat mooi, da's toch kunst! 
Ja, de schoenenwinkels mogen bijna weer open, maar van de echte kunst moeten we nog even verstoken blijven, want daar heeft Hugo duidelijk geen kaas van gegeten, er is dan ook geen minister meer voor die in zijn nek kan hijgen. Hij sloft naar het museum als hij daar in functie naar een tentoonstelling moet. Misschien zal hij, als hij het lint doorknipt, nog zeggen dat hij 'van zijn sokken is geblazen' - het is een overzicht van het werk van de Zuid-Afrikaan Roger Ballen, dus het anglicisme is hem vergeven ("Taal moet leven, net als leer!"), maar hij loopt met droge ogen door de zalen. De bevreemdende, indringende beelden laten hem koud - dat komt ook door die leren zolen natuurlijk: geen isolatie. 
En dan door naar een concert. De Jonge stond nog in zijn kinderschoenen toen Horowitz in 1986 in het concertgebouw optrad. Hij kent de ervaring niet om met ingehouden adem en tranen in de ogen naar een pianist te kijken en vooral te luisteren, om vervolgens de zaal uit te lopen, de open lucht in, met het gevoel alsof je herboren bent. "Wat een onzin, op die kleine stoeltjes kan ik mijn lange benen niet eens kwijt. Weg ermee, zeg ik. Zet een plaatje op!"
Nou ja, je begrijpt het wel.
Je hebt kunst en er is cultuur. En ze zijn allebei heel belangrijk en functioneel!

Dan hier even een bruggetje: asperges bereiden is cultuur, ze koken is kunst. Het is het seizoen, dus worden we overspoeld met recepten voor asperges (da's onze cultuur) en wat me daarbij opvalt is dat iedereen het beter weet (is dat 'de kunst'?). Consistent zijn de koks in het schillen: van boven naar beneden op een vlak oppervlak, opdat je het witte goud niet breekt en dan aan het eind wat extra, want daar is de schil het dikst. Dan de onderkanten eraf (dit verbaast me wel: waarom niet eerst die onderkanten eraf, dat scheelt schillen). Dan is er een chef die zegt dat je de schillen niet verder moet verwerken, omdat die bitter zijn. Ik ben een barbaar: ik proef dat bittertje niet in het kookvocht (en ik zie de schoonheid ook niet in die Pipo-schoenen van Hugo).
Dan zijn er de kooktijden: 5 minuten en dan het vuur uit, 12 minuten op heel laag vuur, sous-vide in een lauw badje enzovoort. De ene kok wil ze nog met een 'bite' de andere vindt het wel lekker als ze zo naar binnen glijden. Snotterig heeft afgedaan, maar rauw kan tegenwoordig ook prima. 
Ze zo bereiden dat iemand een hap neemt, de ogen sluit en even helemaal wegdroomt. Een zacht "hmmm" ontsnapt uit de mond. Zeventien spieren treden in werking en een glimlach vormt zich. Zo'n ervaring, alsof je naar een prachtig uitgevoerd ballet kijkt, een romantische film ziet of een ontroerend gedicht leest. Die emotie gun ik iedereen en om die te ervaren heb je, naar mijn mening, referenties nodig, of nieuwe inzichten en openbaringen. Daarvoor lenen de kunsten zich uitstekend, maar als we daarvan verstoken blijven of ze niet op waarde weten te schatten, dan kunnen we ons nog zo het vuur uit de sloffen lopen, maar blijven we alleen die punten van onze schoenen zien. Hoe mooi die dingen ook glimmen.


Geen opmerkingen: