woensdag 4 november 2020

Kunst of koken

Afgelopen maand liep ik in het centrum van Amsterdam langs 'Meneer Pannenkoek'. De zaak leek op een telefoonwinkel, maar was toch echt een restaurant. Er stonden spartaanse, oranje stoelen en tafeltjes. Rechts van de bar hingen twee vrouwen in oranje schorten over de tafel, verveeld kijkend op hun telefoon; geen toerist te bekennen. Ik verbeeldde me dat zelfs het vegen op hun schermpjes door de ruimte echode. 
Gelukkig zitten de dames inmiddels gewoon huis; het is weer gedaan met de horeca. Wat een ellende toch, want dit gaan veel zaken niet overleven. Ik heb niet te doen met de keten van Meneer, maar wel met zijn personeel.
In de krant las ik dat Jonnie Boer voorspelt dat hij deze nieuwe lockdown niet zal overleven, nou ja, zijn horeca-imperium dan. Vooral zijn brasserie heeft het al lang zwaar, omdat die mikt op kwantiteit (van gasten). Ron Blaauw zal ook wel met zijn kokshanden in het haar zitten. Hoeveel zaken heeft hij nu leeg staan?
Ik had me wel verheugd op wat restaurantbezoekjes, maar toch kreeg ik bij voorbaat al een volle buik toen ik in de Volkskrant een recensie van een restaurant las, waarin deze omschrijvingen werden gebruikt:
hooiig-zoete smaak, treuzelende kraak en sloppig kraakbeen (?).
En wat dacht je van dit citaat:
'...bijna obsceen comfortabel, als een rubensfiguur die je in een nertsjas voor het haardvuur ligt op te wachten.' Tot slot had een mager gerechtje met octopus 'één luizig tentakel' (ik neem aan dat dit een kanjer van een anglicisme is). 
In een andere recensie was sprake van: babybilletjeszacht vanille-ijs. 

De foto hierbij komt uit Food Inspiration Magazine, omschreven als bewaarmagazine (?). Hierin staan diverse artikelen over keukens en koks (oh nee: 'executive chefs'), bijvoorbeeld over een restaurant in Gent waar de open keuken 'een tableau vivant [is], alsof een 17de eeuws schuttersstuk tot leven komt'. Dus niet alleen de fotoreportage (met meer van bijgevoegde hoogstandjes) is kunstzinnig.
En natuurlijk koopt de lezer vis niet bij de -boer, maar bij de -juwelier.
Mijn conclusie: het restaurant is kunstpaleis geworden. 
In dit nieuwe normaal kunnen we helaas even niet naar deze musea, maar gelukkig heb ik thuis een mooi schilderij aan de muur hangen, naast een parel van een fornuis.



1 opmerking:

Anoniem zei

Jeetje Catrien, hoe leuk!
Je roert je nog steeds
groets,
Anka