dinsdag 28 november 2017

De oogst

Het feit dat Fransen altijd gezellig kleppen tijdens het wandelen, vind ik een groot voordeel, omdat ze me op deze manier altijd voor hun komst waarschuwen. Ik heb er geen probleem mee dat ze los lopen, maar de hond wel. Die moet bij naderend verkeer, in welke vorm ook, altijd snel aan de lijn, anders gaat ze er vandoor of komt ze even proeven. Dus toen ik om de hoek van het bergpad gezellig gekeuvel hoorde, haalde ik snel de riem tevoorschijn. Maar er verscheen geen gezelschap. Dat bleek zich in een boomgaard verderop te bevinden. Toen ik dichterbij kwam hoorde ik ook de radio: Franse rap natuurlijk; 'what else'? Het was een gezellig boel, maar ook een serieuse bedoening, want er werden olijven geoogst. Onder een boom spreidden ze grote nylon lakens uit die ze zorgvuldig rond de stam sloegen en aan elkaar vasthaakten. Daarna begonnen ze de boom te kammen, met felgele harkjes. Natuurlijk moet dit voorzichtig gebeuren, want er mag niet teveel blad meekomen. Niet alleen omdat je geen harde stukjes in je blikje wil - naast die pit dan -, maar ook omdat dat blad, áán de boom, bij een zachte bries zo mooi zijn zilverkeurige kant kan tonen.
De olijven kletterden als een felle herfstregen op het zeil, bol en glanzend en van donkergroen tot paarszwart. Daarna werden de lakens bij elkaar getrokken en schudden de plukkers de rollende waar in kleine kratjes.
Dat zouden ze bij ons ook eens moeten doen, dacht ik nog, want de buren hebben een olijfboom in de tuin en de zwartste, dus rijpste vruchten vallen er vanzelf vanaf, precies op mijn wasgoed. Als ze nu te eten waren, zou ik niet klagen over de hardnekkige zwarte vlekken, maar zover is het nog lang niet. De vruchten moeten nog gewassen, gesorteerd, gekneusd en gepekeld of geperst worden en dat mag allemaal niet teveel tijd in beslag nemen (behalve dat pekelen dan), want olijven oxideren snel - de olie trouwens ook.
Het moment van oogsten neemt ook nauw; de vruchten gaan binnen een paar dagen van onder- naar overrijp en kunnen ook nog eens gemakkelijk ten prooi vallen aan insecten. Die zijn wel tegen te houden, maar ook dat luistert nauw. Je kunt ze verjagen met een vieze lucht, bijvoorbeeld die van urine - ik ken een olijvenboerin die daarvoor vaste klant is bij de camping om de hoek, of de vruchten een jasje geven van verdunde kalk, maar daar groeien ze ook weer heel snel uit. De bomen zijn ook heel bijzonder, ze geven pas op hoge leeftijd vruchten, doen dat alleen als er geen vorst overheen komt en ze kunnen op hele droge grond goed aarden, sterker nog: hun wortels kunnen zo diep rijken dat ze zelfs in de meest dorre gebieden nog wel een waterbronnetje weten te vinden. Zo zouden ze zomaar de Sahara kunnen redden, maar daar willen de wereldleiders niks van weten. Hadden die nou maar olijfolie op hun kop, in plaats van boter.

Geen opmerkingen: