Tussen de bedrijven door (druk, druk, druk), moet er natuurlijk ook gegeten worden, dus ook gekookt. Naar de markt gaan is een mooie afleiding en natuurlijk heeft de Albert Cuyp alles te bieden. Zo kwam ik vandaag langs de viskraam, waar de verkoper net rauwe garnalen stond te pellen. De schalen (of zijn het schillen?) liet 'ie in een vuilniszakje vallen. Ik vroeg of ik ze mee mocht nemen, samen met een pondje kokkels. Van die schalen/schillen, wat tomatenpuree, een scheutje sherry en een schepje venkelzaad, maakte ik een jus, waarin ik de schelpen open stoomde. Het vocht kookte ik nog even in en deed ik daarna bij de schelpjes. Niet slecht!
Eerder kocht ik om de hoek gezouten, gedroogde kabeljauw, om een Catalaans visgerecht uit te proberen (nog in ontwikkeling, dus ik doe geen verder mededelingen). Op de markt nam ik uien mee, die ook in dat 'geheime' gerecht gaan. Thuis besloot ik die uien te marineren. Eerlijk gezegd denk ik bij dat soort ideeën altijd dat ik ze ooit ergens gelezen heb, dus niet zelf bedacht, maar hoe ik hierbij kwam...? Die uien, gewone witte, niks bijzonders, gewoon tot tranen toe goed, snee ik thuis in smalle reepjes. Ik legde ze in, in een goede olijfolie en een scheutje ciderazijn en oh wonder: super lekker! Ze liggen, wat er nog rest, in een bakje en worden te pas en te onpas toegevoegd aan een broodje (pain bagnat), een salade (witlof) en dat ene visgerecht. Fijn dat lekker zo simpel kan zijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten