We zijn er weer. In het land van eindeloze motregen, haring, bitterballen en racende elektrische fietsen. Vooral aan dat laatste ben ik nog helemaal niet gewend, laat staan mijn hond. Het aanzwellende geluid van de dikke rubberbanden herken ik wel, maar ik kan de afstand niet inschatten. Als de hond een bezoek brengt aan een lantarenpaal en ik niet weet hoe lang hij daarmee zoet is, hou ik mijn hart vast. Vaker aan de lijn dan maar; noodgedwongen.
Ik spijker meteen mijn Engels bij, want in de tassenwinkel klinkt het: "How can I help you?", terwijl deze zaak toch niet in de door toeristen vertrapte zone ligt.
Ik moet even met mijn ogen knipperen als ik 3 euro moet afrekenen voor een bolletje knoflook en een tientje voor 4 Sint Jacobsschelpen, nog steeds verpakt in een plastic bakje, met daaromheen een zakje. Het viel me ook op dat een stuk kaas op de weegschaal €5.80 aangaf, maar met het standaard gelaagde kaaspapier erom meteen over de 7 duiten uitkwam. Potver.
Ik zie in de buurt hoe storm Poly heeft huisgehouden en ben wel blij dat de gemeentewerkers weer lekker bezig zijn met hun ik-sla-achteruit-piepende wagentjes en luidruchtige hakselaars. In het park zie ik ook hoe de natuur terugvecht en jonge scheuten op oude stammen een weg naar boven zoeken, daar waar het beleid is dat er niet wordt geruimd, maar de natuur zijn gang mag gaan.
De jonge aalschover hier in de vijver, zijn verenpracht nog lichtbruin, maakt me vrolijk. Zijn honk is de voet van een kunstwerk, waarvandaan hij baddert en waarop hij zijn vleugels droogt. Bovenop doet hij vervolgens een heuse Kate Winslet imitatie (Titanic). Ik noem hem Kwibus.
Ahh, en daar zijn ze weer: de restaurantrecensies in de kranten. Veel foto's met de modieuze sausstreepjes over soezen, taco's en inventieve vegancreaties. Hoe lang duurt het toch tot restaurateurs doorhebben dat die in rechte lijnen geduwde Pollockvariant echt zijn beste tijd heeft gehad?
Ik moet wennen aan het niet indeuken van de blikjes en de nieuwe verzamelplek die ik ervoor moet zoeken in huis - en vervolgens een werkend inleverapparaat!
Het is een cadeautje om de allerliefste vrienden om de hoek te hebben en af te spreken voor een glaasje (met bitterballen!).
Iedereen heeft weer overal een mening over. De knip, het blowverbod, messen op de lagere school, mobieltjes in de klas, de droogte, terwijl ik me nog moet aanwennen met paraplu naar buiten te lopen.
Het is stil op straat.
Ik zag gisteren een buurtbewoner zijn Volvo stationwagon volstouwen met koffertjes, kussens, klapstoelen en een buggy. "Dag meneer, fijne vakantie," zei ik en ondertussen dacht ik: geniet maar op 'mijn strand' van het laatste vierkante metertje, tussen de kreeftrode kokoslijfjes en gillende peuters, als je tenminste een parkeerplaats hebt weten te bemachtigen en een beetje tegen +40 bestand bent.
En... heel onaardig, zag ik vrouwlief meteen met de zomereditie van de Linda op haar badhanddoek genieten. Want hoe progressief ik Nederland nu weer ervaar, dat dat blad, zich richtend op 'de leukste vrouwen van Nederland' met een omslag komt waarop we een jonge dame op de rug zien met hupse billen in een sexy 'nonchalant' opgetrokken bikinibroekje, dat vind ik dan weer zo seksistisch, dat ik me niet kan voorstellen weer 'thuis' te zijn.