Terwijl ik dit tafereel gadesla moet ik denken aan een bericht in de krant over nieuwe technieken in de voedingsindustrie, waarbij het mogelijk is om vis die geen vis is te fabriceren en allerlei groentes die zo kunnen worden gemanipuleerd dat ze gaan smaken als de gemiddelde eenheidsworst. Het is natuurlijk al langer gaande: de aubergine heeft geen pitten meer, de witlof is niet bitter, de radijzen kruipen niet meer in je neus en er zitten geen hete pepers meer tussen de 'pimientos de padron'. Inmiddels is het zo ver dat het zuur uit de citroenen zoet zal worden gemaakt. En in de VS wordt ook de recent populair geworden boerenkool aangepakt, want "Laten we eerlijk zijn, zoiets als boerenkool smaakt gewoon niet lekker. Zo bitter, ieuw," aldus de woordvoerder van een of ander Amerikaans investeringsfonds. Ik stel me deze meneer meteen voor als peuter in zijn kinderstoel, smijtend met de lepel uit het bordje met groenteprut. Naast hem een wanhopige moeder, die nu apetrots haar zoons carrière volgt 'kijk hem nou toch, wie had dat ooit gedacht'.
Algoritmen en personalisatie worden de toverwoorden voor ons voedsel. En hoe zit het straks met onze smaakpapillen als het bitter en zuur uit ons eten zijn gefilterd? Waarschijnlijk zijn die dan net zo ver te zoeken als de koe in de wei, de kool op het veld en de visser op het schip. Nu er niks meer aan te redden valt, maak ik maar een afspraak met de schoonheidsspecialist, weg vlekjes en rimpels, hallo Angelina Jolie. Lekker allemaal zo glad en gelijk als het huidje van de eenheidsworst.