Natuurlijk was El Bulli lange tijd het hipste
van het hipste, maar topkok Adria heeft op zijn hoogtepunt de stekker eruit getrokken
en bezint zich de komende tijd op een nieuwe formule. Als ik het goed begrijp
heeft hij toestemming gekregen om op de oude plek, in het natuurgebied van de
Cap de Creus, een gigantisch gebouw te laten plaatsen met hotel, restaurant en
laboratorium. Op diezelfde woeste bergpunt moest de eerste Club Mediterranee
ooit afgebroken worden toen het de ‘natuurgebied’ status kreeg, maar Ferran
Adria kan kennelijk een potje breken.
Ik ben benieuwd of hij het straks net zo
modern gaat aanpakken als de horecagelegenheid waar wij vorige week met
vrienden binnenstapten. Het was een stalen gebouw midden op een rots,
uitkijkend over zee. De waterkant was volledig van glas, de landzijde bestond
uit een stalen wand die aan de binnenkant dubbelwandig bleek, met uitsparingen
in een meanderpatroon, waarachter ledlampen waren geplaatst. Dit had een
feeëriek en psychedelisch effect, geïnspireerd op een of ander computerspel (zo
las ik op het schermpje – zie verder).
Bij binnenkomst kregen we een polsbandje om aan
te geven dat we boven de 18 waren. Al knelde het ding een beetje, toch vond ik
dat wel aandoenlijk; had die ooglift toch z’n effect. We kregen ook een
polsbandje om aan te geven dat we alles wilden eten, dus geen dieet hadden en
geen vegetariër waren. Ik had eigenlijk wel glutenvrij willen opgeven, want het
armbandje daarvoor had een hele mooie roestbruine kleur. Vervolgens kregen we
een hypermodern horloge om. Dat werd eerst op een laadstation geijkt (of zo),
daarna passend gemaakt (de roestvrijstalen band paste precies om de pols, al
vonden ze die van mij wel erg dun – joepie, maar weer), vastgeklikt en met een
druk op een knopje aan de zijkant geactiveerd. Dit horloge registreerde
werkelijk alles. Je kon er nog geen bestelling op doen, maar die werd er wel
meteen op doorgevoerd, dus kon je meerekenen, terwijl je at en dronk. Daarnaast
gaf het de caloriën aan van elk gerecht dat je bestelde (wel raar dat het geen
kilojoules waren), de ingrediënten en zelfs de bereidingstijd met de initialen
van de kok(s) die ervoor verantwoordelijk was/waren. Nou zaten we eerlijk
gezegd altijd al een beetje op onze telefoonschermpjes te kijken, ook in een
restaurant, want er kwam een berichtje binnen, of we wilden iets op de
menukaart vertalen, maar nu was het hek natuurlijk van de dam. Ik weet daardoor
eerlijk gezegd ook niet zo goed meer wat de anderen aten.
Ik kreeg een soepje vooraf waarvoor ik,
volgens dat horloge dan, 43,5 minuten moest lopen (in ‘gezwinde pas’ echt
waar!) om de energie ervan op te maken. Het was een soort gazpacho, met daarin
rijstolie en lijnzaad voor een mooie doorloopsnelheid (‘pentru rapide’ zei het
horloge dat misschien nog een kleine taalbarriere moet doorbreken). Daarna
kreeg ik heerlijk gegrilde inktvis op een spies, met daarbij geraspte rauwe
biet, wortel en appel. Het geheel was prachtig van kleur en volgens het
schermpje was de rauwkost erg goed als detox van de lever en hielp het zelfs
tegen migraine. Het nagerecht bestelde ik toch maar af, want ik kon zien dat
mijn spijsvertering inmiddels al flink aan het werk was en ik het advies kreeg om
op de racefiets naar huis te gaan. Wat natuurlijk niet ingeprogrammeerd was,
was de enorm steile helling waarop dat huis ligt, dus daarbij schoot de nieuwe
technologie ook nog een beetje tekort.
We hoefden dit keer bij vertrek helemaal niet
af te rekenen, dat ging via een soort bluetooth systeem rechtstreeks naar onze
telefoon en daarvandaan natuurlijk weer naar de bank.
Na een rustige wandeling naar huis, met nog
een tussenstop bij een café, voelde ik me wel wat schuldig, want mijn wandelpas
haalde het natuurlijk niet bij die racefiestvaart, maar gelukkig was het
horloge af en kon big brother me even niet meer achtervolgen.