dinsdag 6 augustus 2013

Door merg en been

Soms is het ineens stil, dan ontbreekt de inspiratie of sta ik even niet in de keuken, geef ik mijn handen een beetje rust en laat ik het eten door anderen bereiden. Dat dat niet altijd even succesvol is, zal ik nog wel vertellen, maar nu eerst even over de thuiskomst na een heerlijke vakantie op Corsica. We waren vergeten de buren in te seinen over ons vertrek, dus zat de brievenbus bomvol, had de krantenjongen het waarschijnlijk af en toe vertikt om weer een nieuw gevouwen exemplaar door de gleuf te stouwen en waren de kranten niet allemaal afgeleverd. Maar dat is niet zo erg, want al dat slechte nieuws maakt toch maar depressief en de krant van afgelopen vrijdag was wel bezorgd en die bood meteen inspiratie.
Er staat een 'Corsicaans' recept in van Joep Habets. Misschien heb ik, door die krantenjongen, de introductie daarvan gemist, maar ik zie niet zo gauw waarom dit gerecht van gevulde courgettes specifiek is voor het Ile de Beauté. Mijn recente ervaring is dat elke keuken daar zo'n beetje hetzelfde biedt: een charcuterie schotel, een lapje rundvlees, veel kaas en een gebakje met zachte kern gemaakt op basis van kastanjemeel. Het eiland is trots op z'n producten en z'n eetcultuur en doet daar verder niet gek mee, wat op een gegeven moment best kan gaan vervelen, maar 'soit'. Over gevulde courgettes heb ik een echte Corsicaanse, Marie-Christine, wel smakelijk horen vertellen, maar zij maakte ze heel anders dan Joeps recept dat uitgaat van een vulling met geiten- of schapenvlees en daar een tomatensaus bij serveert. Marie-Christine gebruikt gewoon rundergehakt en veel brood en melk. Ze kookt de courgettes (gehalveerd en uitgehold) een dag van tevoren voor, zodat ze lang kunnen uitlekken en vult ze dan met het vleesmengsel. De bloemen wist ze ook heerlijk te bereiden, maar da's een ander verhaal. 
En dan staat er in dezelfde vrijdagkrant een recensie van Janneke Vreugdenhil, onder de duistere titel 'gekieteld tot in het merg'  over twee historische kookboeken: Rijntjes keukengeheimen en Couperus Culinair, beide geen facsimile's, maar aangepaste versies. Janneke vindt in deze boeken het bewijs dat Nederland wel of ook of toch een eetcultuur heeft. Janneke schrijft: 'In de negentiende- [raar dat streepje] en aan het begin van de twintigste eeuw was schraalhans verre van meester in de Hollandse keuken. Althans, binnen de deftigere milieus. In Rijntjes Keukengeheimen en in Couperus Culinair schetsen respectievelijk Lizet Kruyff en José Buschmann een wereld waarin de oesters, pasteien, de vruchtengeleis en tulbanden, de asperges en geroosterde duifjes je om de oren vliegen.'
Maar dat zegt niks over een heuse traditie in de Hollandse keuken. Bovendien lezen we later in het stuk ook nog eens dat de vrouw van Couperus een Italiaans culinair standaardwerk in haar bezit had, waarin ze aantekeningen heeft gemaakt van haar favoriete recepten. Het staat niet in het artikel, maar het was ook nog zo dat het echtpaar zeer bereisd was (ze gingen naar en woonden in Italië, Spanje, Duitsland en Engeland; ze runden zelfs enige tijd een pension in Nice) en natuurlijk kennen we de schrijver vooral van zijn Indische romans (hij woonde ook enige tijd in Indië). Dus vind ik geen enkel bewijs van een Nederlandse eetcultuur.
Ik moet me aan zulke dingen niet teveel gelegen laten liggen, maar kan het niet helpen, want als diezelfde Marie-Christine, al pratend over lekker eten (natuurlijk!) mij vraagt naar de Hollandse keuken, dan sta ik toch nog altijd met mijn mond vol tanden.