vrijdag 30 november 2012

Appellabel

"Jeez, gaat daar zoveel olie in," vroeg iemand geschokt toen ik een mayonaise maakte. Ik legde uit dat mayonaise eigenlijk alleen maar olie is, met een dooier als emulgator en verder een paar kleine lepeltjes smaakmakers. Het was een eye-opener en ik wist meteen dat dit iemand was die ook niet wist dat ze wat ei, melk en meel door elkaar schudt, als ze de fles pannenkoekenmix hanteert.
Maar da's evengoed wel triest. Want ze staat niet alleen. Je moet ze de kost geven, de mensen die niet weten dat melk uit de uier van een koe komt en dat sperziebonen aan een klimplant groeien en aardappels onder de grond vandaan komen.
In het boek dat ik ooit besprak (Ons eten) lees ik: 'AH heeft veertien typen tomaten in de winkel liggen. Denk je dat er ooit een consument is geweest die gevraagd heeft om veertien verschillende tomaten? Natuurlijk niet. We krijgen die tomaten aangeboden, leggen ze in het schap en de consument koopt ze. Dat is prachtig maar het zou andersom moeten.'
En dat vind ik ook. Ik weet dat er een bovenlaag is, die zich erg bewust is, die een goed geoutilleerde keuken heeft (je weet wel, met van die stoomovens en zo) en die precies weet welke lapje van welke Bertha komt, maar dat is de 'gratin': het bovenlaagje. Hoeveel ouders geven hun kinderen een stukje grond in de tuin voor radijsjes en sla en hoeveel schoolklassen gaan de boer op om zelf aardbeien te oogsten? Waar zijn de winkels die geen peultjes uit Kenia meer verkopen, omdat niemand ze in november meer blieft, als ze niet van onze koude grond komen? En wie vertelt aan de kids dat de winter is voor winterwortels en dat je dan kunt uitkijken naar de eerste asperges?
Zijn er nou geen ouderen te mobiliseren die met hun rollator naar de kleuterschool hobbelen om de kinderen te vertellen over het vel op de gekookte melk, de meikevers tussen het aardappelblad, de maïskorrel-spuugwedstijden en de kersen die je aan hun steeltjes om je oor kan hangen? En misschien dat er bij les tien dan ook een beetje over die haas aan de spijker in de schuur en die rondrennende kip zonder kop verteld kan worden.
Mijn hoop is verder dat vervolgens die suffe stickertjes op elke appel en peer kunnen verdwijnen, omdat we zelf wel weten (ja, tot en met de kassière aan toe) met een Elstar of Goudreinet te maken te hebben, of kost dat weer een geweldige hoeveelheid werkgelegenheid?
Oh ja, en laten we dan meteen onze kennis over de aardappelrassen zo bijspijkeren dat we ze op hun soort kopen in plaats van op hun bereidingswijze.

Geen opmerkingen: