maandag 25 januari 2010

Rosa dels vents

Had ik het nou al gehad over de wind hier? Of eigenlijk, de winden, want de windroos van de Roussillon kent er acht. Omdat de verschillende winden op verschillende plekken uit verschillende hoeken waaien, is het lastig om precies vast te stellen welke naam bij welke richting hoort. Iets noordelijker hiervan bijvoorbeeld, komt de belangrijkste wind, de tramontana uit het noorden, hier waait 'ie uit het noordwesten. En dan zijn er ook nog verschillende namen voor verschillende windrichtingen. De vent de dalt heet ook wel narbonès en de xaloc ook wel marinada en 'xaloc' is weer een Catalaanse benaming voor sirocco.
Omdat ik bedacht heb een windroos-gerechtenwijzer te maken, dat wil zeggen om de winden met een gerechtje te combineren, wil ik wel graag precies weten hoe het nou zit. En kijk wat ik gisteren kreeg: een t-shirt met windroos. De gulle gever, Jean-Louis, is hier geboren en getogen en heet ook nog eens Garrigue, wat de benaming is voor de bergbegroeiing hier (zoals op Corsica de maquis).
Ik ben in mijn nopjes en kan het nu niet meer fout doen.
Merci Jean-Louis, merci beaucoup.

dinsdag 19 januari 2010

Koppige colliourenzen

Het schijnt een stug, eigengereid en koppig volk te zijn: de Catalanen. En als ze dan ook nog uit Collioure komen... Nee, wij hoeven zelfs na 3 maanden residentie niet te rekenen op herkenning. Een korte knik of een binnensmonds 'bonjour' is zo schaars, dat ik het bijna niet kan geloven als het toch tot me wordt gericht. Omdat het niet makkelijk is contact met de lokale bevolking te maken en ik dus ook geen idee heb hoe deze of gene heet, hebben wij ze zo hun bijnamen gegeven.
'Monsieur Petit Café' is een niet te missen verschijning in het dorp. Elke dag zit hij wel ergens op een terras, loopt hij monter over het plein, of staat hij even met iemand te praten. Boven zijn zwarte schoenen en zwarte pak met zwarte coltrui steekt zijn witte baard en hoofdhaar duidelijk af. Zijn bijnaam dankt hij aan het feit dat hij achter de (cocktail)bar van het Petit Café staat, als die tenminste open is.
'Mevrouw sigaret' zit vaak 's morgens op het bankje bij de stadswal. Natuurlijk met een sigaret in haar handen, vandaar. Zelfs op koude dagen is ze buiten, want er mag hier vrijwel nergens binnen gerookt worden. 'Mevrouw sigaret' is petit, grijs en heeft een mager gezicht, met een volkomen verkreukelde huid, alsof ze er nachten op geslapen heeft.
'Monsieur l'hibou' is onze overbuurman en volgens mij alleenstaand. Hij is al op leeftijd, heeft mooi wit haar en indringende blauwe ogen. Hij loopt altijd over straat met zijn handen op zijn rug en kijkt dan zo onderzoekend, alleen met zijn hoofd draaiend, om zich heen, dat hij net een uil lijkt.
Vandaag heb ik een nieuwe bijnaam toegekend, aan 'meneer zwabber'. Hij groette me vanmorgen heel vriendelijk, dus misschien is hij helemaal niet van hier, maar toch zie ik hem vrijwel elke dag zijn ronde lopen, met zijn op een kleine schapendoes lijkende hond en zijn eigen onverzorgde grijze krullen, die onder een blauwe baret uitsteken. Hij is zeer sociaal, staat of loopt altijd wel in het gezelschap van een buurtbewoner en blijft vaak even bij het bankje langs de stadswal staan om met de hangouderen daar een praatje te maken.
Op woensdag en zondag zit op dat bankje ook 'Monsieur pomme'. De echtgenoot van het appelvrouwtje van de markt. Zowel monsieur als zijn vrouw zien er eigenlijk veel te deftig en verzorgd gekleed uit om marktkooplui te zijn. Omdat meneer zich er ook nauwelijks mee bemoeid, is het misschien wel gewoon haar hobby.
Tot slot is er 'de zwerver' een zeer groezelige, gezette kerel, die elke ochtend bij de bar hier tegenover onderuitgezakt zijn kopje koffie drinkt, voortdurend zijn centen telt en altijd met glazige, ongerichte lodderogen voor zich uit mompelt. Hij ligt overdag vaak zijn roes (nou ja, we hebben 'm nog nooit op een alcoholische versnapering kunnen betrappen) uit te slapen op het randje van het kasteel. Hij snurkt dan flink en dreigt elk moment van de richel te glijden, maar dat heb ik nog niet zien gebeuren.
Zullen ze een wenkbrauw optrekken als we over een paar weken plots zijn afgereisd, of wordt er geen spier vertrokken? Ik denk dat laatste.

Vignobles de Banyuls

De wijngaarden liggen er in de winter maar kaal bij, maar stil is het er allerminst. Op elk veld wordt druk gewerkt; er wordt gesnoeid. De uitlopers liggen in stapels te wachten op verbranding en overal kringelen rookpluimen omhoog. Wij vragen ons af of er wordt verbrand uit gemak, uit traditie, om het warm te houden of om een potje te koken. Ik houd het op het eerste, want over het algemeen liggen de wijngaarden op zulke steile hellingen dat het een heel gedoe is om stapels snoeihout af te voeren. In Nederland zou je al lang een vette boete aan je broek hebben hangen, maar hier fikt men er lustig op los.

zondag 17 januari 2010

Maar quat is het?

De markt mag hier in januari dan behoorlijk uitgekleed zijn, er is toch nog altijd wat te beleven. Vandaag had de groenteboer limequats.
Limequats zijn, oh verrassing, een kruising tussen kumquats en limoentjes, oorspronkelijk uit China. Deze zijn uit de Roussillon, dus lokaal gekweekt.
Ze zijn iets groter dan kumquats en geler. De schil is niet heel wrang, maar het sap, of sapje, want 't stelt niet veel voor, is wangen inknijpend zuur.
Als we deze week naar 't zuiden rijden, koop ik inmaakalcohol voor de gele rakkers, zo niet, dan zal ik ze maar confijten. Misschien wel lekker bij het eigen ontwikkelde aperó van de wijnbarbaas in Le Racou: 'Foc ambré' van witte wijn, honing, bittere sinaasappelschil en kinine. Zes maanden werk, dus daar mag best een bijzonder hapje bij.

donderdag 14 januari 2010

De dames van hier

Ze zijn hier bijna geboren en getogen: Martine en Olivia. Laat ze het niet horen, want ze spugen een beetje op de Catalanen, die volgens hen helemaal niet werelds en erg eenkennig zijn. Maar wat mij betreft, als je hier al ongeveer 35 jaar woont en werkt, ben je inheems. Dat ze naar mij kijken als het om restaurantadvies of locale specialiteiten en goede inkoop gaat, komt alleen maar door mijn eenzijdige interesse. Ik heb weer geen idee waar de loodgieter of de openbare bibliotheek zijn te vinden.
Het gesprek ging over werk. Beide dames zitten min of meer noodgedwongen op kantoor bij duurzame energie bedrijven, maar eigenlijk, eigenlijk, werken ze 10 x liever voor een regionale wijnboer. Ik vond die duurzame energie wel nobel, dus vroeg waarom. Het bleek dat hun bazen gewoon letterlijk 'windeieren' aan het leggen zijn, maar dat de wijnboer wordt beschouwd als een hartstochtelijk, creatief, eigenzinnig en ambachtelijk type, die je graag helpt, zodat hij zijn eerlijke product aan de man kan brengen, niet alleen in Frankrijk, waar wijnen uit de Languedoc-Roussillon weinig aanzien genieten, maar vooral in Amerika, Japan en andere verre landen. Een hele uitdagende baan dus, maar wat mij zo aansprak, was die hang naar authenticiteit. En wat me opviel was dat ze trots zijn op die mensen die wijn maken en dat ze zich daar graag voor willen inzetten, Catalaans of niet.
Zo zie je maar weer: terroir zit niet alleen in de grond, maar ook in het hart.

zondag 10 januari 2010

Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan?

De Keuringsdienst van Waarden heeft drie programma's gemaakt over kant en klare boerenkoolmaaltijden. Eén daarvan bekeek ik gisteren; hij ging over de jus. Er werd een fabrieksmedewerker geïnterviewd die liet weten dat er in de fabrieksjus 16 ingrediënten gaan, om iets te bereiken, dat normaal één stukje vlees doet. Oorzaak hiervan is vooral de prijsstelling. 'Nederland is lastig', zo zei de man,'consumenten willen de kostprijs niet betalen. Nee, helaas...helaas, dat is heel spijtig', en ik meende een weggeslikte traan op te merken.
Niks spijtig: schandalig gewoon!
En wat zegt Peter Klosse (eigenaar van restaurant de Echoput, maar vooral ook bekend om zijn 'smaaklessen') in Delicious: 'Echt Zelf koken verdwijnt. De consument denkt ten onrechte dat hij geen tijd heeft om zelf een goede, verantwoorde en verse maaltijd te bereiden, zonder hulpmiddelen van buitenaf. We kiezen massaal voor gemaksvoeding. Er ontstaat een afstand in kennis tussen wat iets is, en wat de industrie vindt dat het is.'
Niet om mezelf op de borst te kloppen, maar ik geloof dat ik in de afgelopen maanden zo ongeveer per maand één blikje heb opengetrokken, voornamelijk kokosmelk, tomaten- en kastanjepuree en ik heb nooit lang in de keuken gestaan. Om van de potjes nog maar te zwijgen, die heb ik alleen maar gebruikt om eigen gemaakt spul in te doen.
Gelukkig zijn de 'foodtrends' voor 2010 hoopgevend, als er dan ook nog een mooi woord voor verzonnen kan worden, zie ik het helemaal zonnig in.

donderdag 7 januari 2010

Vrouw naar mijn hart

In de laatste Bouillon magazine worden vier Engelse koks geïnterviewd, waaronder Rick Stein - altijd leuk- en Skye Gyngell, die oorspronkelijk uit Australië komt. Ze zegt een aantal dingen die uit mijn hart zijn gegrepen en die ik hier graag aanhaal:
'Ik werk niet met producten uit Egypte, Kenia en Peru. Die mensen daar hebben zelf nauwelijks te eten en bovendien plukken ze alles veel te vroeg.
We moeten ook de kleine boeren in onze omgeving steunen. Die mensen werken 365 dagen per jaar en staan om vijf uur 's morgens al in de stal. Krijgen ze iets van een duppie voor hun liter melk. Dat kan toch niet? We moeten meer over hebben voor ons eten en niet van die troep uit de supermarkt kopen. Daar worden we collectief ziek van. En de gekte van alleen maar rechte worteltjes en aardappelen zonder teentjes moet ook eens afgelopen zijn.(...) Oké dan horen we niet bij de top. Maar wie wil er nou horen bij Gordon Ramsey, Marcus Weiring of Ferran Adrià? Die mannen prutsen te veel aan hun eten. Het heeft ook geen zin om de natuur te overtreffen. En ik hou niet van al dat gloriegedoe. Koken is zorgen voor en niet kijken of iedereen wel weet wie je bent. Hun manier van aanpak en kookdenken bores the shit out of me. Lekker eten doe je met je vrienden. Met kersen in je oren, lachen met je hoofd in je nek, rijpe aardbeien in je mond, dat is de bedoeling, niet al dat irritante gelakei. Eten bij drie sterren? Je verveelt je toch dood.'
Dat van die kersen in je oren weet ik nog niet, maar verder ben ik het zó eens!

woensdag 6 januari 2010

Pas mal

De foto is niet erg geslaagd, dat ligt er waarschijnlijk aan dat onze huisfotograaf weer is vertrokken, maar het broodje is er niet minder om. Vanmorgen voedde ik de starter, gewoon met biologisch tarwemeel. Daarna mengde ik de helft met 'farine pour pain multi- céréales' (ook bio), wat honing, zout en water. Ik zette het in een, met vochtige doek afgedekt, bakje in de iets voorverwarmde oven en kneedde het na een uur iets door, na nog een uur weer en daarna weer. Die laatste keer verwarmde ik na 30 minuten de oven voor, met daarin een aardewerk stoofpotje. Het deeg protesteerde een beetje toen ik het in dat oventje-in-een-oven liet vallen en afdekte met een deksel, maar kwam er na 40 minuten toch gelukzalig lachend uit. Dat lachje - een barst in de korst, op de foto niet te zien, is volgens mij geïnspireerd op de surrealistische werken van Dali die wij gisteren in Fiqueres bekeken; tot het onze neus uitkwam, wat vast ook wel weer een mooi kunstwerk had opgeleverd, in de stijl van de druipende horloges. Briljant schilder overigens, die Dali. Al kon dat surrealistische werk me uiteindelijk niet zo bekoren, zijn stilleven van een stukje brood deed me vermoeden dat we misschien toch nog iets gemeen hebben/hadden. Maar goed, nu dus eens een zuurdesempje dat geen nacht heeft liggen rijpen, maar met wat TLC in een middag is gebakken. En de smaak: pas mal, pas mal du tout.

zondag 3 januari 2010

Correfoc

Gisteren waren we getuigen van de zoveelste Catalaanse traditie. Dit keer wel een hele spetterende! In Elne, een plaatsje niet ver van Collioure, was een Correfoc, letterlijk een 'vuurrennen'. Na een soort rechtspraak, waar we niet veel van begrepen, volgde een spektakel waarbij als duivels verklede mannen, vrouwen en kinderen (met veiligheidsbril) rondrenden met houten hamers, stellages en staven waarop rotjes ontploften, vuurregens uiteenspatten en gillende keukenmeiden schreeuwden. Een man met een groot hertengewei rende ertussen, een heks en aanvankelijk ook nog een grote draak. Ook zij spoten van alle kanten vuur. Dit alles onder begeleiding van een opzwepende drumband (de gralla). Het publiek stond rondom, we voelden de vonken. Het was koud, maar we hebben ervan genoten en ter herinnering zullen onze kleren nog wel even naar kruit ruiken.
De foto is weer van onze huisfotograaf, op internet staan foto's en filmpjes van andere correfocs.

vrijdag 1 januari 2010

Vive la musique

Wat is er beter dan drie tuba's in een café? VIER natuurlijk!
We genoten zojuist om de hoek van het ene geblazen chanson na het andere. Al het koper was aanwezig, zoals een volledig ontklede trompet, 'tot op het bot bespeeld', een trompet die, zo het leek, met elastiek en touw bij elkaar werd gehouden en een mini-trompetje, met evengoed volle, bolle wangen bespeeld vanaf een stoel. Veel blazende dames ook. En vannacht waren ze ook al tot diep in de (oud-en-nieuw)nacht van de partij. Met de muzikanten in het café, een fanfare-bandje op straat en accordeoniste in de tapasbar aan de overkant, gaan we echt welluidend het nieuwe jaar in. En dat in zo'n klein dorpie. Met dank aan jan die het plaatje schoot.