maandag 1 april 2024

Zusje een zooitje

Kennen jullie haar nog? Wijntje? Ik heb niet over haar uitgewijd. Ze heet eigenlijk Liedewijn, maar nadat ze op de lagere school stellig beweerde haar melk opgedronken te hebben, terwijl een klasgenoot zag dat ze die in de wc kieperde, heette ze Liegewijn. Dat deed zeer, dus werd het Wijn en liefkozend Wijntje. Meester Sjoerd bleef haar als een van de weinigen altijd Liedewijn noemen, want dat vond hij voor een leerkracht toch nog steeds de veiligste vorm. 
Maar goed, Wijn of Wijntje dus. Ze heeft lange blonde lokken, soms in een staart, make-up die subtiel  oogt, maar toch heel wat opsmuktijd in beslag neemt, en ze werkt in het weekend in de horeca om te sparen voor een cosmetische ingreep. 
"Welke dan," vraag ik onderzoekend. 
Ze trekt aan haar lip, strijkt haar sport-bh strak en houdt haar hoofd schuin. 
"Weet ik nog niet, maar ik denk dat ik voor de Femkelook ga." 
"Oké," zeg ik vlak, te bescheten om te vragen wie Femke is en welk kostenplaatje daaraan vastzit.
"Weet je," zegt ze op zo'n manier dat ik me surrogaatmoeder waan, "ik denk dat ik een trauma heb."
Ik schrik en laat bijna een dumbell op mijn voet vallen - de sportschool doet wat met je hoor!
"Wat wringt er Wijntje?" allitereer ik.
Er schiet van alles door mijn hoofd: ze staat op een bangalijst, haar hoofd is op een pornofilmpje geplakt, de accu van haar fiets is gestolen, de studiebegeleider heeft een minimaïs uit haar bentobox gepakt. Het kan van alles zijn. 
Wijntje fotografeert haar billen in de spiegel en stuurt razendsnel een bericht naar haar vriendenclub. 
'Vluchtgedrag', denk ik wijs en wacht tot het hoge woord eruit komt.
"Papaatjes!" 
"Wat?" Fedder is een voorbeeldige vader. Ik moet het verkeerd hebben verstaan. 
"Ik kan er niet meer tegen! Sinds ik bij 't Zusje in de bediening werk, voel ik me....nou ja: klein."
"Spill the beans, girl," zeg ik als autoritair culinair georienteerde.
Wijntje telt op haar vingers af:
"Tapaatjes, hoofdgerechtjes, geitenkaasjes, sateetjes, rivierkreeftjes, bordjes, glaasjes, frietjes.....en," ze gooit haar paardenstaart in de lucht: "GROENTJES!"
Ik richt me op, gooi de verplichte handdoek in m'n nek en loop naar het meiske toe. Ze valt snikkend in mijn armen.
"Ach kind, je hebt gelijk. Het is een Zusjetraumaatje!" zeg ik medelevend en veeg een traan van haar wang (gelukkig nog zonder fillers) en ik herinner haar maar even niet aan de Groningse aardbevingsslachtoffertjes, de covidjeugd, laat staan de kinderen uit Syrië, Senegal, Gaza, Rusland........





zondag 31 maart 2024

Bekokstoofd

Je kunt natuurlijk diep in de buidel tasten voor je eigen welzijn. Dat is tegenwoordig ook voor mannen helemaal niet raar meer. De ene influencer na de andere slaat je om de oren met een masker voor dit, een poeder voor dat en voor alles is er wel een potje of een tube creme, bijvoorbeeld voor kloofjes, of, om het dramatisch en dus extra interessant te maken: kloven. Het is nog koud. Op de elektrische fiets gaat het hard; vingerkloven zijn hot. Een beetje smeren met vaseline, zoals oma dat deed, is veel te gewoontje, en wat dacht je van 'uierzalf'? Eeeek, getver!
Helaas is het goedkoop bestrijden van kloven dus niet altijd interessant. Dat geldt ook voor de kookkloof.
Deze kloof gaapt tussen de rijken en de armen. Aan de ene kant staan de mensen die de tijd hebben (of nemen) om boodschappen te doen en verse producten in te kopen, waarmee ze vervolgens, met allerlei interessante hulpmiddelen en een reuzenformaat barbecue de maaltijd bereiden. Aan de andere kant staan de armen die geen tijd of geld hebben om verse spullen in te kopen, dus zijn zij veroordeeld tot kant-en-klaar producten: snel, goedkoop en voedzaam. 
Ik las hierover en had een momentje van woordblindheid, want in plaats van kookkloof, las ik koopgoot. Daar zag ik minderbedeelden elk weekend laveren tussen de Decatlon, H&M en Maison du Monde. Drentelen door de koopgoot is heerlijk voor je vrije tijd, dat is pure ontspanning die is verdiend na een week stressen op het werk en files of vertragingen, bovendien zijn er telkens weer nieuwe Chinese sneakers in de aanbieding. En drentelen maakt moe, dus ga je even uitblazen bij de McDonald's. Dat is ons recht, daar worden we op elke straathoek mee gepaaid.
Mag ik een voorstel doen? Blijf nog heel even thuis. Zet seizoen drie, aflevering vier van je favoriete serie in de wacht en maak een lijstje, misschien wel samen. "Nee, mam, niet weer frites, maar pannenkoeken!" Oké, meel, melk, eieren, stroop en een klontje boter. Dat gaat niet allemaal in een keer op, dus kan er in de week een keer wentelteefjes gegeten worden met wat overgebleven oude boterhammen. Eieren, melk en stroop, die hebben we al/nog. Zonder stroop en met wat kaas, van een stuk, want dat is veel goedkoper dan in plakjes, kun je ook een lekker bammetje bakken en noem het dan een croque monsieur (waar eigenlijk ook ham op gaat) dat klinkt ook nog lekker chique. Als je er een gebakken eitje op legt, is het een croque madame en dat eitje is een 'oeuf en cheval', want doet denken aan een zadel; leuk weetje voor de kids. Of zo'n plakje brood, besmeerd met tomatenpuree, met een plakje kaas en eventueel een rondje salami en dat even in de oven; pizza! Voor kinderen uit school die trek hebben, lijkt mij dat een perfecte tractatie die ze met een beetje oefening zelf kunnen maken. Opleuken met een schijfje ananas? Vooruit, ze willen zoet en zijn dat daarna dan vast ook. 

p.s.: hier in de buurt is een gemeenteraad uitgerukt om een nieuwe vestiging van McDonald's tegen te houden. In een referendum heeft de hele buurt zich ertegen uitgesproken. Dat vind ik nou goed nieuws. 

zaterdag 23 maart 2024

De lachende meeuw

We zitten met z'n vieren op het terras van een restaurantje op het plein in Collioure, vrijwel onder het appartement dat wij in het laagseizoen jaren huurden. De zaak is net een paar weken open na een wisseling van de wacht. Er zat al jaren een restaurant, maar we kwamen er zelden, omdat de uitbaters zulke chagrijnige koppen hadden en het eten erg doorsnee Catalaans was. Maar nu is het een bouillon geworden; een type restaurant met een traditionele Franse keuken (waaronder die bouillon) voor een schappelijke prijs. In dit geval staan er als voorgerecht bijvoorbeeld hardgekookte eieren met mayonaise op de kaart en gesmoorde prei met vinaigrette. Als hoofdgerechten kun je kiezen uit gestoofde varkenswangetjes, steak tartare of een garnalenspies en voor het dessert neem je bijvoorbeeld een grote soes gevuld met slagroom overgoten met warme chocoladesaus. 
Er zijn tijdens onze lunch veel lokalen aangeschoven, het is druk. De sfeer is gemoedelijk, maar er ligt gevaar op de loer. 

Op kleine afstand van het terras staan twee geelpootmeeuwen gluiperig te kijken. Het zijn van die joekels die een rood puntje op hun snavel hebben, alsof ze willen laten zien hoe bloeddorstig ze kunnen zijn. Af en toe vliegen ze een rondje om hun imposante spanwijdte (130 centimeter maar liefst) te demonstreren. De serveersters moeten dan hun eigen vleugels spreiden om de opdringers weg te jagen. Dat gaat een tijdje goed, tot wij ons voorgerecht krijgen voorgezet. 

Ik zie 'm aankomen, van rechts opzij. Hij scheert over de eerste rij tafels, maakt een scherpe draai naar beneden en zet zijn snavel in de paté op het bord tegenover mij.  Het is geen stevige plak, dus valt het grootste deel meteen weer uit de bek op tafel en deels in een wijnglas. 
Een paar tellen laten staat meneer of mevrouw weer van een afstand onschuldig te loeren. 
In het Frans heet een kokmeeuw een mouette rieuse, maar in dit geval lijkt die naam mij ook wel van toepassing op deze smalende reus. Om ons heen wordt met ongeloof gelachen, maar de serveersters zijn niet onder de indruk. Wij eten vervolgens smakelijk door en worden verder met rust gelaten, al kijken we af en toe schielijk om ons heen.

Zoals er hier bij een restaurant bijna 'moordende meeuwen' zijn, is er in de Amsterdamse horeca sprake van 'moordende concurrentie', lees ik in een interview in de krant. Misschien dat de ondernemers daarom van gekkigheid niet meer weten wat ze verzinnen moeten. Ik lees even verderop in een recensie over gefrituurde kikkerbilletjes (die smaken als goede 'fried chicken'!) met mergmayonaise en bottarga. En over pulpo tonato met 'toefjes'. Overigens blijkt het hier te gaan over inktvis in plaats van octopus, zoals de naam doet vermoeden. Daar heeft de gemiddelde klant (noch de recensent) kennelijk geen problemen mee. Die laat zich graag verrassen door het zoveelste zakkenvullersconcept en tikt na de maaltijd zonder morren ruim over de honderd euro per persoon af voor 'shared dining': het eufemisme voor 'een voor de prijs van twee'. 
"Verschil moet er zijn," denk ik maar. Al heb ik wel een goede tip voor alle horecaconceptontwikkelaars in Nederland: breng bijzondere spanning in je zaak en laat, zonder aankondiging, een meeuw overvliegen die het eten van het bord pikt. Succes verzekerd!

Als noot wil ik nog wel even toevoegen dat wij vroeger in de zomer op vakantie gingen naar Vlieland en met de veerboot vanuit Harlingen de Waddenzee overstaken. Mijn broer en ik kregen dan aan boord onze boterhammenlunch. Als we die buiten opaten, werden we ook altijd belaagd door meeuwen. Ik heb daarna lang niks moeten hebben van al dat gefladder, maar vind het, gezien de recente ervaring, best stoer dat ik daarvoor toch nooit op de bank van de psychiater ben beland (en mijn broer ook niet).

zondag 17 maart 2024

Extremisme

De buurvrouw liep onder ons balkon langs. Ze was net even wezen roddelen met de andere buuf. Het grootste nieuws kon ze niet voor zich houden:"Hermine is overgrootmoeder geworden!" Wij feliciteerden en lachten vriendelijk boven het geblaf van de hond uit. Toen ze doorliep, zei ze bij wijze van afscheid: "Bon app!" Het was immers rond 12 uur. 
Bon app, is de korte versie van bon appétit, ofwel 'eet smakelijk'. 
Ik vraag me af wat we op zo'n moment in Nederland tegen elkaar zouden zeggen. "Smakelijke boterham," "Geniet van je beker melk," of, voor de wat jongere onder ons: "Enjoy your wrap!" 
Natuurlijk weet ik wel dat dat, mocht het al gebeuren, uitzonderingen zijn. Er heerst nou eenmaal een andere lunchcultuur in Nederland en ik geloof ook niet dat het gewoon is om elkaar 'eet smakelijk' te wensen als iedereen 's avonds van het bedrijfsterrein afrijdt. 
Laat staan dat er bij de sportclub in plaats van op de telefoon te kijken, gediscussieerd wordt over wat nu de lekkerste kaas van de markt is - zoals hier in het dorp. Ik leer in deze salle de sport meer Franse culinaire termen dan ik spieren kweek, maar ik zie het toch als een win-win-situatie. 
Met die cultuurverschillen in het achterhoofd las ik de diverse restaurantrecensies in Hollandse kranten. Daarbij valt me op dat de middenstand in de horeca verdwijnt of niet interessant meer is - met name in de grote steden. De recensenten beschrijven eettentjes, nu een nieuwe Indiaase veganvariant met kleine gerechtjes en ook afhaal, een andere zaak legt zich toe op Egyptisch straateten en serveert, als je er gaat zitten, de gerechtjes op plastic plankjes en uit idem bakjes. Tegenover deze vlugertjes staat bijvoorbeeld een nieuwe zaak in een oude kerk in Arnhem, waar de maaltijd een avondvullende belevenis met prijskaartje is. De (voor mij) onbekende ingrediënten vliegen je om de oren en worden afgemaakt met toefjes en bloemetjes. Om dit allemaal voor de krant op papier te krijgen, moet je wel een schrijfvaardigheid bezitten die je alleen in het realm van Mulisch nog kan vinden. 
En daartussen? Een restaurant zoals je ze op elke straathoek in Parijs tegenkomt en hier langs de kade, daarvoor krijgt je in ons lage land de financiering niet rond. Hoge huur, gebrek aan (kundig!) personeel, dure grondstofprijzen en geen fotogenieke uitstraling (TikTok); en dan openen voor de lunch ha ha ha. Als zo'n tussenvorm hier in het dorp niet meer zou bestaan, waar moet de tuinman dan heen als het 12 uur is en hij even 2 uurtjes pauze neemt om 's middags nog 5 uur baantjes te kunnen trekken? En de schilder, de caissière, de......
Boven ons huis stond laatst een gemeentewagentje. Je kent 'm misschien wel, zo'n klein vrachtwagentje met laadbak en een hoge rand achter de cabine waar een grote schep en bezem uitsteken. Het was middagpauze, dus de mannen hadden een zitje gemaakt van stenen. Op een klein gasbrandertje stond een pannetje met eten en ze deelden een plateau met gesneden brood, worst en kaas. Biertje erbij en maar kletsen; in de zon (uiteraard). Zelfs Macron had daar misschien wel liever aangeschoven dan bij de broodmaaltijd die Rutte hem recent nog aanbood. 
Stiekem zou ik wel eens bij de huidige regeringsonderhandelingen in besloten kring willen koekeloeren, tijdens de lunchpauze. Ik stel me zo voor dat daar een pak karnemelk (Boers beste) op het buffet staat naast een rijtje witte boterhammen (ik zie geen volkoren in de wangen van Wilders), wat verpieterde salade (sommigen komen met een eigen lunchbox) en dan, om het weg te slikken, wat in koude thee geweekte zure pruimpjes. Dit alles wordt in mijn fantasie voor een deel ook nog eens staand genuttigd op de rookplaats. Ook deze getergden gun ik een simpel, betaalbaar en uitnodigend restaurantje, of zo je wilt, een stenen zetel in de Mediterrane zon; of is dat wel erg extreem gedacht?

zondag 10 maart 2024

Verdienmodel

Er staat een masterclass van Rene Ameling op Foodtube. In krap een half uur leert deze meesterkok ons hoe we de perfecte kalfsbouillon kunnen maken die in werkelijkheid wel een etmaal aan bereiding behoeft, maar dan heb je ook wat. Je kunt met het vocht alle kanten op, van bouillon, tot jus tot saus. Die laatste kan een gerecht helemaal afmaken. Drie kilo kalfsbotten en zenen en een 'bouquet garni', met een eindproduct dat je in ijsklontjeszakjes kan invriezen, gaan zo gemakkelijk een half jaar mee in een klein huishouden.
Rene laat de kalfsbotten (gezaagd graag) even zien. Het zijn witte, een beetje bloederige brokken met huid en haar. Liedewijn (zie vorige blog), zou ervan over haar nek gaan. 
Er staat een filmpje op You Tube over het reilen en zeilen in het restaurant Au Pied de Cochon in Parijs, waar, de naam zegt het al, varkenspootjes worden geserveerd (eerst langzaam gekookt, daarna gepaneerd en vervolgens gegrild). Een Amerikaanse Liedewijn krijgt het voorgezet (nadat ze eerst een uurtje in de rij heeft gestaan; hoort erbij). Ze ziet dat er een teentje uit het pootje steekt dat ook echt op een teentje lijkt. Je hoort haar onder de voice over stotteren: "Oh my GOD, no." Maar dan proeft ze en zet ze grote ogen op. Het is heerlijk!
Nog eentje dan: de chef van een Frans sterrenrestaurant in de Provence loopt 's morgens om half negen over de lokale markt en zoekt groenten uit en ook (cactus)vruchten. In het restaurant bepaalt hij vervolgens met zijn equippe wat daarvan gemaakt gaat worden. Er komen wel eens klachten, want als dat tot gevolg heeft dat er een bordje met simpelweg wat perfect gegaarde boterbonen met een zalvige saus wordt geserveerd in een menu voor €260,-, dan is niet iedereen tevreden. "Dat kan ik thuis ook," beweert een klant dan, die op een veiling net een Karel Appel op de kop heeft getikt. 
Maar wat ik zie, is de liefde voor mooie producten. De sterrenkok selecteert garnalen op de diepte waarop ze hebben gezwommen - hoe dieper hoe platter en hij betrekt ze van een lokale visser die zijn vissen op ijs van zout water bewaart; hartstikke slim!). En die producten worden weer met alle respect verwerkt tot gerechten met een prachtige smaak en balans, die recht doen aan de basis. 
Ondertussen lees ik over het ene na het andere nieuwe horecaconcept dat zich in Amsterdam ontvouwt. Fusion is het nieuwe toverwoord van de ontwikkelaars. Na corona heeft men kennelijk geleerd dat het niet zo slim is om op één avocado te wedden. Bovendien is het Argentijnse grillrestaurant verstoft. De poffertjeskraam is niet meer instagramproof en een brasserie met een biefstukje met groene pepersaus... gaaap. Op de schop ermee. Een shakshuka doet het fantastisch op buffelmozzarella en Zweedse gehaktballetjes met nasi goreng, zijn een supercombi. Helemaal hot is de vegan omelet met rode biet en een cacaostreepje als de wenkbrauw van Frida Kahlo. Het maakt niet uit dat al dat klatergoud uit een doosje van verre komt, of van een bureau op de Zuid-As; een gravadlaxsausje erover en het ademt TikTok (en nieuwe Teslas voor InnovativeFoodInitiative. Int b.v. - lees: IFIib).
Alles er maar bij de haren bijslepen voor een verdienmodel, of vasthouden aan vertrouwde waarden? Het is niet alleen een horecakwestie. 

dinsdag 5 maart 2024

Alles voor mijn liefje mijn Wijntje

"Een van de weinige dingen, veganistisch, die toch nog lekker zijn," zegt mijn held Cees Holtkamp in een filmpje waarin hij groentebouillon heeft gemaakt voor kaaskroketten (het geheim: geen room of melk maar die groentebouillon ...een van de weinige dingen.... en hele oude kaas). Ik moet erom grinneken, omdat ik zat te zinnen op een blog naar aanleiding van een ingezonden brief in de krant. Liedewijn (of zo) klaagt hierin dat er is geschreven over restaurants die gerechten maken met 'afvalvlees': ingewanden, tong, lever. Waarom aandacht besteden aan restaurants die met dat soort abjecte ingrediënten werken, als er zoveel veganistische zaakjes zijn om te bespreken? Het is niet meer van deze tijd, vindt Liedewijn, die naar eigen zeggen spreekt voor alle mensen onder de veertig.
Ik heb natuurlijk wel een antwoord, al zou ik het er liever bij laten, onder het motto: live and let live. Maar toch zit het me dwars. Waarom moeten we tegenwoordig allemaal zo vreselijk correct (woke?) zijn - als het dat al is? Er mogen geen boeken meer geschreven worden over foute (fictieve!) figuren. Er mag geen bloot meer in films - laat staan in sekseducatie op school - , het ontbreekt aan een Oost-Aziatische man in het muziekclipje van Joost Klein (ook een ingezonden brief waard) en het vliegtuig nemen en melk drinken zijn natuurlijk al helemaal uit den boze, laat staan een andouillet wegprikken. 
Stiekem ben ik wel benieuwd naar Liedewijn, want zij is in mijn ogen van een generatie waarin het nooit aan iets ontbroken heeft. Wilde ze op balletles, "maar natuurlijk lieve Lied," een stal met toebehoren van Little Pony voor Sinterklaas, "uiteraard Wijntje schatje", in de auto naar school omdat het regent, "papa en mama willen niet dat je kou vat, hoor!"
En nu zit ze met haar laptop achter een latte havermelk (of laat ze haar teentjes met een chemisch goedje bestrijken) en schrijft ze boos naar de krant. 
Ondertussen kan ze het koekje bij de koffie niet opeten, want er zit gelatine in en het is verdorie ook nog eens in een plasticje verpakt ("Coronadingetje Lied", zegt het meisje achter de bar verontschuldigend). Maar Wijntje is zo verontwaardigd dat ze vingervlug een berichtje naar haar beste vriendinnen stuurt. De iCloud die dit soort gegevens weer moet verwerken, leeft natuurlijk op - de naam zegt het al - lucht, dus daar is niks mis mee.
En zo kunnen we wel doorgaan, maar het is dieronvriendelijk om op alle slakken zout te leggen. 
Waar ik nu mee worstel is dat ik een zuurdesemmoeder in de koelkast heb staan die ik niet meer zo mag benoemen.  Ze (het/hem/die) is een 'ouder uit wie het kind is geboren', maar hoe rijm ik dat met mijn brood? Ik krijg er het zuur van. 

woensdag 28 februari 2024

Pientje Michelientje

Zojuist las ik Nirwana uit, het laatste boek van Tommy Wieringa. Ik vind het boeiend, intrigerend en duidelijk geschreven door een man. Het verhaal gaat over een oliemagnaat met een oorlogsverleden en over oligarchie. Dat lees ik met smaak, maar de beschrijvingen van het vrouwelijk schoon vind ik lastig. De hoofdrolspeler, een kunstchilder, wordt door zijn vriendin verlaten, waar hij veel verdriet van heeft. Later zal zij, eveneens als kunstenaar, hun relatie duiden met voor hem denigrerende beelden. Zij, zo blijkt, heeft zich in hun samenzijn altijd onderdrukt gevoeld. De man eigende zich haar toe. Dat is niks om me druk over te maken, al ligt het er wat dik bovenop. Maar dat haantje, dat zijn ex-geliefde af en toe nog ziet of aan haar denkt en herinneringen ophaalt, bedenkt zich een aantal keren troostend dat ze in de loop der tijd almaar onaantrekkelijker zal worden, want ze zal haar strakke huid en vlezige billen (etcetera) verliezen. Ondertussen is het gebotoxte gezicht van zijn moeder, die haar jeugd wil behouden, ook weer niet goed.
Ik wil de auteur niet gelijk stellen aan het hoofdpersonage, dat is onzin, maar toch schaar ik 'm in een traditie waarbij auteurs vaak vooral rouwen om het verlies van de schoonheid en jeugdigheid van hun vrouw/geliefde, terwijl ik dat bij schrijfsters omgekeerd eigenlijk nooit tegenkom. Vrouwen kunnen geschokt zijn over de aftakeling van hun éigen lichaam, maar doen dat, in de literatuur, eigenlijk nooit over dat van hun man, vriend of geliefde. Tenminste: niet in de boeken die ik lees of me herinner, maar ik draag vast een gekleurde bril. Voorbeelden die het tegendeel bewijzen zijn welkom. 
Ik had hier helemaal niet over dat vrouwelijk schoon (bestaat er eigenlijk een mannelijk schoon?) en de mannelijke kijk daarop willen schrijven, maar moest eraan denken toen ik dit filmpje over de traditionele paëlla Valenciana zag. Hierin zien we een jonge vrouwelijke chef op straat (in Valencia?) die ons in rap Spaans stap voor stap door de bereiding van het traditionele gerecht voert. Dan komt er ineens (na 10 minuten ongeveer) een mannetje in beeld. Hij heeft grijs-wit haar en draagt een rood michelinmannetjejasje. Hij is de ontvanger van het neusje van de zalm van de hele schotel: het aangebakken levertje, dat altijd voor de belangrijkste persoon aan tafel is. Meneer begint te praten en blijkt een rasechte Hollander en eigenaar van het restaurant te zijn. Bijna vanzelfsprekend laat hij zich het offer van de chef (Chabe Soler, houdster van de 2020 wereldbeker voor beste Valenciaanse paëlla!) op een bordje presenteren en dan komt het:
Het duurt nog even voor het gerecht voltooid is, maar met die lever kan er al geborreld worden, dus gaat er een wijntje open. Daarover zegt de Hollander, terwijl hij professioneel aan de kurk snuift: "Misschien [is dit] wel het belangrijkste van de hele paëlla!"
En ik zak onderuit in mijn stoel. Daar staat ze, de leuke en gelauwerde chef, rood aangelopen van het hete vuur onder de grote pan. Al haar kennis en kunde spat van het scherm. Maar wat vindt roodmichelinmannetje het belangrijkste? Zijn glaasje wijn en waarschijnlijk uiteindelijk een heuse ster waar hij goede sier mee kan maken. 
Ik hoop vurig dat die er voor Chabe komt, en dan met een nieuwe sticker...van een Michelinvrouwtje!

dinsdag 27 februari 2024

Negenennegentig luchtbalonnen

Er stond een camper op de kampeerplaats die binnenkort van de rand van het dorp, twee passen van zee, zal verdwijnen. De plek moet plaatsmaken voor een nieuwe kade, om nog meer container-  en eventueel cruiseschepen te kunnen verwerken. Wat uit de containerschepen komt, verdwijnt in koelwagens en wordt Europa ingeslingerd. Wat uit de cruiseschepen komt, stapt in een bus om riddertje te spelen in Carcasonne. Niets van dit alles, met uitzonder van wat geld voor het loodswezen en de havengelden, komt ten goede aan de inwoners van hier. Nou ja, er werken natuurlijk wel veel mensen in die drukke haven, da's waar. En de supermarkt om de hoek ziet de Filippijnse bemanningleden graag komen. Die kijken hun ogen uit en verlaten de winkel vooral met een stapel babymelkblikken (en het zijn allemaal mannen hoor). Nestlé I presume.

Maar dat alles terzijde. De camper, waarmee ik begon, had een sticker op de zijkant geplakt met 'Route 66' erop. "Zo...," dacht ik, "die heeft het ver geschopt." Dat zou best kunnen - je kent ze wel, die koning en koningin op hun camperzetels, traag manoeuvrerend door de binnenstad, omdat ze een verkeerde afslag hebben genomen en een verbodsbord hebben gemist in een omgeving die ze volkomen vreemd is; maar die ze staks met hun electrische fietsen heerlijk gaan verkennen. 
Maar...het departement hier, Pyrenées-Oriëntal heeft als nummer 66. Daardoor hebben wij ongelukkig genoeg de postcode 66660 (spreek dat maar eens uit op z'n Frans: soixante-six mille six cent soixante). Misschien is die bumpersticker dus bedoeld als een knipoog en heeft het gedrocht helemaal niet over een  Amerikaanse snelweg gezoefd. Hoe dan ook, 66, het is een getal dat tot de verbeelding spreekt.
Voor mij geldt dat ook voor 88. Ik lees dat als percentage in een culinair tijdschrift. Maar liefst 88% procent van de Fransen heeft (familie)recepten van de grootmoeder meegekregen. De redacteur geeft haar eigen voorbeeld: zandkoekjes met geraspte citroenschil. Oma leerde haar niet alleen de ingrediënten met de exacte hoeveelheid citroen, maar ook de kneepjes: niet teveel kneden, opdat ze zanderig blijven, net iets langer in de oven dan je zou denken, zodat ze er echt goudgeel uitkomen en dan, nog voor het afbakken, het mooie patroontje dat je erin trekt met een vork. 
De oma van mijn vaderszijde, was geen keukenprinses; zij had heel lang een 'kokkie' gehad. Maar als ze bij ons kwam, bracht ze wel heerlijk zelf gefrituurde kroepoek (belinju) mee, in een grote koekjestrommel. En haar dochter, mijn tante, was een rijsttafelkoningin, die met genoegen drie dagen in de keuken stond, met een fantastisch resultaat. De oma van mijn moeder was een echte keukengodin. Ze kon wild plukken, worsten draaien, balkenbrij maken en heerlijke kroketten, groente inmaken, bessensap koken (met griesmeelpudding), jam, cake, zandkoekjes en noem maar op. Ik was als kind een slechte eter, behalve bij oma To aan de keukentafel. Daar rook het niet alleen naar lekker eten, maar ook naar de stephanotis (jasmijn), die rijk kon bloeien op de vensterbank. Aan de schouw boven het fornuis was een blikopener gemonteerd die je kon openklappen. Mijn broer en ik hebben daar veel plezier van gehad, want we mochten aan de zwengel draaien, zonder blik eronder, staand op een keukentrapje. 
Nu vraag ik me af hoeveel Nederlandse tieners recepten en bereidingen van hun oma met de paplepel ingegoten krijgen. Ik denk dat 88% Super Mario speelt, 88% bestelt bij Uber eats en 88% nog nooit van de Route 66 heeft gehoord, laat staan dat ze blikopenergezwengeld (oh nee, geblikopenerzwengeld) hebben. Mijn broer weet nog te melden dat wij dat schilderen noemde en daarbij een sinaasappelnetje op ons hoofd droegen. Pikant detail.

p.s.: de foto is van mijn oma van vaders zijde, net na aankomst in Nederlands-Indië, 1930. 

zondag 25 februari 2024

When in Rome

'Heel even fonkelde de late namiddagzon door het Spaanse mos, dat een netkous van schaduw over de Mississippi-rivierdelta legt.' Nee, dit is geen proeve van mijn literaire ambitie. Dit is een zin uit een recensie in de NRC van een restaurant in Amsterdam. Er wordt niet alleen literair gedaan, je wordt ook om de oren geslagen met beschrijvingen van gerechten en het gebruik van begerenswaardige ingrediënten, zoals Khmerboter, penja-peper, 'grains of paradise' (verwant aan zwarte kardamom) en ehuru (kalabasnootmuskaat). Deze laatste heeft overigens een zwoel houterige smaak, jawel. Bij de bespreking staan geen foto's, maar ik vermoed bloemetjes, oliedruppels en andere pincetwaardige toevoegingen. Toch schrijft de recensent over sommige gerechten dat die 'gewoon nog niet af zijn.' 
Ik denk maar weer eens aan 'mijn' Kim in mijn vorige blog of in dit geval Manu, de dorpsvisser, die gisteren baudoie (zeeduivel), tong en kreeft op ijs had liggen in zijn viskraam aan de kade, 's nachts gevangen dus heet van de naald = uit het net. Wat zou hij vinden van 'een dikke zoete sint-jacobsnoot, direct van het vuur opgediend in bruisend-hete vanilleboter in de schelp, met een zoete sukade-toets van gekonfijte citrusschil en een onverwachte tropische kruidigheid uit de gitzwarte mbongo-tchobi-saus...'? Ik zie Manu naar me staren en langzaam een vinger naar zijn slaap gaan. '"'Tok, tok', rare jongens die Romeinen," citeert hij uit Asterix & Obelix.  Ik kan niet anders dan knikken, al staat er in het desbetreffende restaurant een Hollander achter de kachel. 

Even terzijde: volgens een andere krant is deze chef wel zo bijzonder dat hij 'een regelaar naar buiten toe is'. Interessant!

zaterdag 24 februari 2024

Mijn Kim is een Viëtnamees

Hij moest giechelen om zichzelf. Kim stond te hannesen met de spiezen van de gril. Ze zaten helemaal vol met deels nog maar half gebraden kippetjes. Voor een gelijkmatige garing moesten de spiezen af en toe verhangen worden en dat spel van drie hoog naar een hoog en van twee naar vier, dat was een komisch gedoetje. Kim hield ondertussen alle vingers van een hand omhoog; nog 5 minuten voor een gaar exemplaar en dan ook nog 'laqué'. De mensen die voor loempiaatjes kwamen hoefden niet te wachten, die kregen meteen een zakje mee, met saus! Maar de klanten voor de kip moesten geduld hebben. Zo stonden we gemoedelijk in de rij. Ik verliet die even om een reusachtige artisjok te kopen. Daarna sloot ik weer aan en stond ik te mijmeren.
Mijn Kim is een Vietnamees en staat op de markt, in dit geval op zaterdag hier in het dorp. Hij is altijd goedlachs en draagt ook in de zomer een muts. 
In Amsterdam staan er binnenkort ook mensen voor Kim in de rij, maar dan voor de Amerikaanse beauty met het perfecte lichaam. Haar figuurcorrigerende pakjes zullen worden verkocht bij de Bijenkorf, in een pop-up store, op reservering (dat hoeft bij mijn Kim overigens niet). Er zijn 1330 'tijdslots' beschikbaar. Degenen die niet reserveren mogen in de rij, waarvoor geldt: een naar buiten, een naar binnen. En eenmaal binnen is er plaats voor 20 mensen. Als de rij oncontroleerbaar wordt, zullen er beveiligers worden ingeschakeld. 
Ik weet niet of mijn Kim ooit in Keulen is geweest, maar hij zou het er horen donderen als ik hem hierover zou vertellen. Ik weet ook niet wat figuurcorrigerende kleding is in het Frans, laat staan het Vietnamees, dus ik neem de moeite niet eens. Daarvoor in de plaats maak ik, eenmaal aan de beurt, het internationale gebaar van 'oh wat is dat lekker' en ik wrijf over m'n buik die inmiddels volgens de standaard van de Amerikaanse Kim best in een pakje gehesen zou mogen worden. Met een warm plastic tasje met kip, een zak met 12 oesters - "en wat extra's voor de goede klant," zegt de oesterman altijd - een bos met radijzen zo groot als golfballen, die ene vette artisjok en een wiebelende buik, loop ik naar huis, zo mogelijk wel 100 x gelukkiger dan de eerste klant in de pop-up store. 

dinsdag 6 februari 2024

Uitsmijters

Een hoogleraar micro-economie heeft zich erover gebogen. Hij komt met termen als 'prijselasticiteit', 'mentaal budget', 'referentiepunt' en 'peer effect'. Ik snap het meteen. Hij heeft het over stroopwafels.
Die koeken zijn het gesprek van de dag in Het Parool, want er is een artikel verschenen over tiktokrijen in de Kalverstraat waar men maar liefst anderhalf uur op de stoep staat voor wat waarschijnlijk een bucketlist dingetje is: een Hollandse koek voor een fortuin, gekocht in de sleetste winkelstraat van de hoofdstad, in een winkel (waar je nog geen minuut binnen bent) opgeleukt met balonnen aan het plafond en voorzien van het begeerlijkste lokkertje: de uitsmijters in Sherlock Holmes tenue. Het decor, die uitsmijters, de huur en de gestegen tarweprijzen, plus de 'toppings' van Oreokoekjes, nootjes, gezouten karamel etcetera, zorgen ervoor dat dit de ultieme toeristenervaring is in hartje Amsterdam, waar je dan ook best je portemonee voor mag trekken (een wafel gaat vanaf € 13,- over de toonbank). En terwijl je in de rij staat, kun je ook een hele aflevering van de nieuwste Netflixserie wegtikken. Maar je snapt het: de eetervaring maakt dit alles tot een hoogtepunt in het moderne mensenleven.
Op de Albert Cuypmarkt, bij de 'traditionele' koekenbakkers, zijn de prijzen ook gestegen, maar niet zo stief. De simpele kraam en de geruite papieren servetten passen niet in het mentale budget van de toerist en de bakker met zijn ludiek geknoopte boerenzakdoek om de hals doet niets voor het 'peer effect'. 
Nu heb ik een idee. Ik ga de markt tiktokwaardig elastisch oprekken en begin een kraam met uitsmijters. Het wordt een Barneveldse ei-ervaring in hartje Amsterdam waar koks verkleed als de zeventiende eeuwse kunstschilder klutsen en bakken, met als ultiem referentiepunt een topping van bladgoud. De rijen toeristen worden vermaakt door toktokkers, dat zijn  acteurs in kippenpakken. Of de piepels op de socials die woordspeling vatten, valt te bezien, maar vanuit de hemel hoor ik Aelbert al roepen: "Catrien, dat is het ei van Columbus!"

vrijdag 26 januari 2024

1,2,3, je proeft het zo...

Hij is weer even razend populair: Napoleon Bonaparte. Er is een nieuwe kaskrakerfilm, dus de gedrongen 'keizer' staat volop in de aandacht. Mogelijk was hij in werkelijkheid helemaal niet klein van stuk  - zo schijnt hij alleen door zijn vijanden te zijn afgebeeld om hem 'klein te krijgen'. Hij heeft in ieder geval wel een grote impact gehad: het rechts rijden, de aanleg van de A27, de basis van het moderne strafrecht, het toekennen van achternamen en, waar mijn oog dan weer op valt: het inblikken. Dat laatste deed hij natuurlijk niet zelf, maar hij schreef een beloning uit voor degene die voedsel langer houdbaar kon maken (voor de soldaten natuurlijk). Een kok (Appert) kwam toen op het idee van verhitting om bacteriën te doden en, omdat glas zo kwetsbaar was (voor de soldaten), werd toen ook het conserveblik uitgevonden. 
Ik dacht dat Napoleon ook de bedenker van die rare Franse telling was, waarbij de decimalen na de 69 vreselijk ontsporen en 60 + 10 zeventig is en 4 (x) 20 tachtig. Maar die kronkel blijkt al ouder te zijn. 
Dat is jammer voor mij, want nu kan ik het bruggetje naar mijn mijmering niet maken. Ik dacht namelijk aan 'omdenken', wat met bovengenoemde telling beter 'kromdenken' kan heten, want ik blijf er maar mee worstelen: quatre-vingt-quatorze, hou op!
Met dat omdenken bedoel ik bijvoorbeeld het loslaten van ingesleten patronen: het laten ingaan van goede voornemens op 12 februari of 9 mei - ik noem maar wat data - of het maken van jaarlijstjes op 8 oktober en nieuwe trends benoemen  op 26 januari, waarom niet?
Een van die trends in de horeca is het werken met texturen of structuren. Zo at ik recent in een 2 sterren restaurant en kreeg daar in het 8 gangen menu een gerechtje met 3 structuren van biet: een puree ter grootte van een theelepel, een gekookt schijfje kleiner dan de binnencirkel van een damsteen en een tartaartje van dobbelsteentjes waar veldmuizen mee pokeren. Er waren ook 3 texturen van ui, waaronder een geblakerd rokje van een zilveruitje. 
Kijk ze gaan, die grote restaurantkoks die standaard een pincet in hun buisborstzak hebben gestoken en met hun door hete producten opgezwollen handen precies mikken om zo'n rokje delicaat op een crèmepje te plaatsen. Ching ching
De tweede trend zit hierin gevat en dat is het blakeren van groenten, met name ui en prei.
Het blakeren van die prei heeft een ware vlucht genomen. Er wordt poeder van gemaakt dat als peper over een gerecht kan worden gesnuft net zoals vanillespikkels in een ijsbolletje. "Authenticiteit ten top," giechelen de investeerders.
Als ik het over dat zwarte stof zou hebben met onze Franse buren, dan doen ze het waarschijnlijk in hun broek. Voor hun is de tijd van de calçots aangebroken: de dikke bundels jonge prei die op hoog vuur zwart worden verbrand en dan in een krant worden opgediend. Daarna worden ze afgepeld, in romescosaus gedoopt en als haringen aan hun staartje naar binnen gekieperd. Dit is geen nieuwe trend, maar een oude traditie met feest, muziek en dans (sardanes). 
Nou was ik toch aan het omdenken en bedacht ik me: als we dat million dollar ingrediënt, de prei-as, nou eens van die calçots halen, dan zitten we zomaar op een goudmijntje. Geen verspilling, minder intensieve arbeid (denk aan de restaurantkok met een millimeterraspje), een veel goedkopere sensatie en dan nog wat: die preitjes worden geserveerd met een slabbetje, net als bij een hele kreeft. Daar heeft nog nooit een miljonair zich lullig bij gevoeld, dus kan de complete preisensatie op het bord en de as op de composthoop. Ik ben niet goed in rekenen, maar hier is 1 + 1 volgens mij 3!

p.s.: weten jullie het nog? Het ijs van Caraco; zo geweldig lekker!

vrijdag 19 januari 2024

Kan kaneel? Nee

Er is een nieuw n-woord. Ik durf het bijna niet uit te spreken. Een onafhankelijke onderzoekscommissie heeft dit bepaald. 
Het gaat om de naam van een straat in een nieuwe woonwijk in Amsterdam Nieuw-West waar ooit de markthallen zaten, of het Food Center. De nieuwe weg zou nootmuskaatstraat gaan heten, maar de commissie vond dat gevoelig liggen, in verband met de misstanden van 'onze' VOC op Banda. Dus komen de nieuwe bewoners nu in de Mierikswortelstraat. Dat is toch een veilig idee, al lijkt het me wel wat pittig. 
Je zult begrijpen dat de omliggende straten ook weinig gekruid gaan uitvallen. De tot specerijgemaakten zullen in de doofpot belanden; de postbode kan opgelucht ademhalen en gewoon zijn ronde lopen zonder de vrees om bespuugd te worden. 

Als burger kan ik natuurlijk overal mijn zegje doen, dus nu heb ik een voorstel ingediend bij stadsdeel Nieuw-West. Misschien is het een idee om niet meer met namen te werken, maar met iconen, of beter gezegd emoji. Ik zie alleen maar voordelen. De laaggeletterden zijn een probleem armer, de pakketbezorger hoeft zijn bril niet zo vaak meer op te zetten en het intikken van een adres wordt een eitje. 
Natuurlijk komt er wel een lijst van goedgekeurde plaatjes. 
De Hamweg kan geen 🥩 symbool krijgen, want dat stoort de vegetariërs en veganisten. Er moet een nieuw plaatje voor de Flamencolaan komen, want 💃 is te seksistisch. De 🌲 voor Denneweg zou op een groene fallus lijken. En als we het over landen hebben, ai ai. 
Er gaan al stemmen op om 'Rusland' op de Wallen een nieuwe naam te geven, maar daarover is de commissie verdeeld. Het voorstel was Finland, want dan hoefde er niet veel op de naambordjes overgespoten te worden, maar dat idee is weggestemd door een van de leden, omdat zij (ze wordt liever met 'die' aangesproken) daar ooit met de auto over het ijs is uitgegleden, dus er een slechte herinnering aan heeft. 
Het is wel verwarrend dat er in Rusland (die straat dan) een Koreaans restaurant zit. Dat heeft een vergunning aangevraagd om de gevelreclame te mogen uitbreiden. Ze willen graag als Zuid-Koreaans restaurant voort. Je snapt: de gemeenteraad is verdeeld. Een geadopteerde stembevoegdigde komt uit het noorden van dat land en vreest stigmatisering. 
Ik heb het bij mijn voorstel (anoniem ingediend) gehouden en wil me verder niet in het politieke wespennest steken. 
Mijn vader heeft ooit straatnamen toegekend aan een hele wijk in Rhenen, waar ooit een fabriek stond die De Vogelenzang heette, dus voortborduren was niet moeilijk. Nu is daar onrust onder de bewoners ontstaan, omdat een landelijke telling heeft uitgewezen dat in de natuur de rietgors wordt verdrongen door de pimpelmees. De staten die zo heten en aan elkaar grenzen, vechten deze vete nu onderling uit en door de onrust is het aftreden van de burgemeester bijna een feit. 

Laat ik eerlijk wezen om misverstanden te voorkomen: alleen dat over die nootmuskaatstraat is echt waar en gezien de inspanningen van mijn vader, zie ik zo'n ultiem voorbeeld van woke als een kruidnagel aan zijn doodskist. 


woensdag 17 januari 2024

De donkere dagen

Het zijn de donkere dagen na december, met deze week een blauwe maandag, die, zo wil het spreekwoord, dus lekker snel en onbetekenend voorbij gaat, al wordt de Blue Monday als de ellendigste dag van het jaar gekwalificeeerd. Het is koud buiten en door sneeuw en regen zijn de stoepen gevaarlijk glad. 
Ik kweek ondertussen zitvlees achter m'n beeldscherm en kijk een video met mossels in het groen (mossels is Zeeuws voor mosselen). Ik geniet, maar...met mate (nee ik doe niet mee aan Dry January, daarvoor is m'n leven te kort en de drank te lekker). In het filmpje maakt een, in mijn ogen piepjonge, chefkok een gerechtje van mosselen met boontjes en groene saus. 
Ik herinner me de paling in het groen nog van vroeger. Dat was met stoofaal en zuring. Ik dacht als kind dat ik dat nooit lekker zou vinden, maar vroeg het ooit tot mijn eigen verbazing voor mijn verjaardag - ik mocht op die dag altijd kiezen wat wij aten; zo mocht mijn oma op haar verjaardag met haar handen eten...een dag per jaar dus!
Het gerecht van bovengenoemde chefkok vergt wat werk en de nodige ingrediënten. Ik duizel ervan. De saus wordt gemaakt van een hele berg aromatische kruiden die worden opgekookt in water (ik leerde juist dat vooral olie de smaken vangt en water die uitkookt, dus snap het niet zo goed). Dan gaat er bouillon bij van kipkarkassen met gerookt palingvel. Dan worden de mosselen opgekookt met riesling, voornoemde bouillon en het eigen vocht. Het vocht dat na dat (korte) koken overblijft wordt ingekookt en met boter en gereduceerde wijn gemonteerd tot een romig geheel waarin de (voorgekookte) witte boontjes worden geglaceerd - bent u daar nog? De mosselen worden ingesmeerd met knoflookolie en boven kooltjes licht gerookt en doorgegaard. Dan worden ze warmgehouden met een jasje van grof zeezout en limoenschil. 
Vervolgens wordt het gerecht opgemaakt. Boontjes onderop, mosselen erover en dan die zeevruchten 'genapeerd' met de groene saus. Croutons erop en 'afgemaakt' met zolderspekolie. 
Waarom denk ik nou: "Arme mossels?"

vrijdag 5 januari 2024

Lekker dan ;-)

Het is druk in de sportclub. Vooral jonge lui die ook goede voornemens hebben en waarschijnlijk nog vakantie, want 't is het eind van de ochtend, middenin de week. Je verwacht een sociaal gebeuren, zo met z'n allen in een club, mooi ingericht en met hippe muziek op de achtergrond.
Het apparaat waarop ik mijn bovenbenen train (oude knieën), is bezet. Er zit een jonge vrouw op, maar ze is 'in rust'. Dat kan natuurlijk, want ook zij traint waarschijnlijk in 'sets', met een minuut rust tussen die sessies. Maar haar minuut duurt wel erg lang. Ze zit te appen en kijkt niet op of om. Ik vraag haar of ze nog lang bezig is. Ze kijkt verstoord op en zegt alleen: "Ja." Dan gaat haar blik weer naar het schermpje. Onverstoorbaar blijft ze er rap met de duimen op tikken. Ik zie dat ze oordopjes in heeft. Misschien heeft ze me niet goed verstaan. Ik ga maar een potje roeien en zie in mijn ooghoek dat ze af en toe haar tenen beweegt. Het lijkt wel alsof ze me zo op m'n nummer wil zetten; hoe durf ik haar te storen in haar bubbel. Want de sportclub blijkt alleen digitaal sociaal. Wat iedereen bindt zijn de strakke pakkies, de oordopjes of koptelefoons, de blikken die alleen over de spiegel glijden om het eigen lijf te bewonderen en natuurlijk het mobieltje in de hand.

Ik stel me voor wat er zoal door het internetruim vliegt. 
"Hoeveel cal zit er in ☕ met havemelk?"
"Weet niet"
"Maar ff niet dan nu"
"Straks 💅
"Gembertee?"
"Ja, see you, nu ff 💪
👍

Of misschien wordt er wel getwitterd (of heet dat tegenwoordig ge-Xt?), over van alles en nog wat. 
"Josh krijgt ook geen voorrang 🏠 !" #doekoesnodig#socialehuur#ontevredenburger"
"Die Macron steunt dry January niet!" #goedevoornemens#drankenlobby#helemaalbelazerd
"Vanavond traybake?" #dit-is-geen-kip#Lidl#goedbezig#vriendenclubJoselien
"Geen palmolie erdoor 🙏!!!!!!!!#goedbezig#vriendenclubJoselien
"Hoe s robotstofzuiger?" #goedbezig#tijdbesparen#koopjesdeal
👌
👋 💪

Ondertussen heb ik 2.04 geroeid, 35 caloriën verbrand en 250 meter per minuut afgelegd, volgens de display. Of ik de gegevens op mijn app wil opslaan? Dank je de koekoek. 
De jonge dame is klaar met haar tenentraining en beent naar een apparaat voor de dijspieren. Ook daar zal ze vooral haar duimen laten wapperen. Ze heeft geloof ik niet door dat ik naar haar kijk en ondertussen, met trillende bovenbeenspieren, denk aan m'n telefoon in het kluisje. Ik kan niet wachten om die op te pakken en vingertje voor vingertje in te tikken:
'Traybake?" #watisermismetovenschotel#wegmetdiesocialemedia#vriendenclubJoselien

donderdag 4 januari 2024

Bimi up Scotty

Het is Kerstmis en we zien hem zitten. De man, in rood gekleed, zijn lange baard gedrapeerd over de welvarende buik. "Ho ho ho," zegt hij en dat is misschien Fins voor ha ha ha of hi hi hi, want wat heeft deze wereldwijde heilige weer veel economische stimulans voortgebracht dit jaar, ondanks de diverse letterlijke en figuurlijke aardverschuivingen op aarde. De boxen met plastic boomversieringen, alles-in-een, zijn niet aan te slepen, laat staan de 'ballen' in de vorm van patatzakjes of gefrituurde kippenbouten (ja, echt). We blijven verre van verlichting in de kleuren van diverse landsvlaggen, want het moet wel leuk blijven, maar de lampjes achter de ramen en op de balkons branden of pulseren in alle kleuren van de regenboog, dat dan weer wel. En 'vrolijk' vuurwerk komt er hoe dan ook aan en wordt misschien wel omgedoopt tot 'vierwerk', want op alle woordslakken wordt tegenwoordig zout gelegd. 
We hebben het hier in dat kleine hoekje, dat sommigen als een Asterix-en-Obelix-oase voor zich zien (lekker afgescheiden en recalcitrant, met toverdrank natuurlijk), maar goed. Al groeit de kloof tussen rijk en arm. De gezondheidzorg is duur, de dierenarts ook en een nieuwe fatbike, man, laat staan de laatste versie van de iPhone. 
Op de markt was het vandaag helaas lou loene. Een storm met een naam betekent: geen kraam. Da's wel heel rot voor die marktlui, net voor de kerst, want zo missen ze, net in de topperiode, vast een flinke bron van inkomsten. Gelukkig liep er wel een stel voor mij dat de opwaaiende kartonnen dozen trotseerde:
"Schat, we moeten nog twee doosjes oesters hebben en dan die tonijn voor de tartaar!" Ze riepen het voor zich uit, slepende met een tas vol spullen, terwijl zelfs de reigers het voor gezien hielden. 
Ik moet bekennen geen idee te hebben van de echte armoe, waar men in een kleine kamer met dassen om en sloffen aan tegen de kou vecht en de kleine douche niet kan gebruiken, omdat de badkamer volledig beschimmeld is. Ik lees ook dat de voedselbanken steeds meer klanten krijgen en de supermarkten, door hun antiverspillingbeleid steeds minder voedsel kunnen doneren. 
Ha ha ha, ho ho ho, doet de Kerstman en stuurt weer een slede op weg met Gucci parfum en een op afstand bestuurbare baardentrimmer. 
Misschien is de link niet helemaal helder, maar ik liep vervolgens door de supermarkt (daarmee bewijs ik de midddenstand geen dienst, toegegeven) en pakte voor een garnalencurry een pakje bimi. Dat leek me lekker. Toen liep ik verder en zag ik de stapels broocoli, met keuze tussen al dan niet bio; en ik keek naar de prijs. Die bimi bleek bijna twee keer zo duur als de broccoli. Ik keek op herkomst, beide uit Nederland. Ik ging voor de dikke stronk (gewone broccoli) en thuis zocht ik het even op.
Bimi is een kruising tussen 'onze' broccoli en kailan, 'Chineese broccoli'. Aan die laatste zit vrij veel blad, maar dat heeft de bimi in de winkel niet. 'Milder dan broccoli en asperge-achtig qua smaak', wordt er wel als omschrijving gebruikt, maar wie heeft dit bedacht?
"Ho, ho ho," schuddebuikt de Kerstman. "Wij als 1% rijksten (en van mij is er maar één) van de wereld moeten natuurlijk ook onze sleden laten rijden en onze cadeaus kunnen in- en verkopen. En weet je wel hoe we hier bijna tegen de Noordpool (nog steeds) moeten stoken, en wat de huurprijs van onze faciliteit is en dan onze aandeelhouders en de bonussen?  Een beetje goed geloof en extra in de buidel tasten, daar wordt zo'n land, dat de grenzen voor mij als buitenlander maar al te graag openstelt, toch nooit slechter van?"