
Voor de trinxat wordt in grove brokken gesneden aardappel (2 bloemige piepers op een klein kooltje) 5 minuten gekookt en daarna vermengd met de in reepjes gesneden kool (harde kern verwijderd). Dat gaat nog eens ongeveer 20 minuten op het vuur, alles met een laagje water natuurlijk. Er komt ook nog een teentje fijngesneden knoflook door. In de tussentijd worden er naar smaak wat blokjes buikspek uitgebakken. Gebruik geen 'mager spek', want je hebt lekker wat vet nodig. Begin op laag vuur, laat het goed uitsmelten en dan op hogere vlam nog iets bruinen. Haal met een schuimspaan uit de pan, maar bewaar het vet (in die pan). Als de aardappels en kool gaar zijn, worden deze gestampt, laat als je veel vocht hebt gebruikt, wel eerst even uitlekken. Dat stampen kan gewoon met een houten vijzelstamper, het hoeft niet heel fijn te worden. Doe het vervolgens in de pan met het spekvet, laat het hierin nog even goed doorwarmen en stamp nog even door. Dan het spek erbij, goed mengen en proeven. Peper kan er sowieso wel in, maar de hoeveelheid zout is afhankelijk van het spek en kan misschien helemaal achterwege worden gelaten. Het is stevige kost, maar ook echt iets voor de winter natuurlijk. Er zijn allerlei varianten mogelijk, zo kun je de stamp in steekringen op het bord portioneren, of er nog eens koekjes van bakken, op de voor de handliggende manier of er bloedworst bij serveren. Je zou het spek ook nog kunnen vervangen door vis, al heb je dan geen lekker vet voor de smaak en de zwembandjes. En laat trinxat nou gewoon 'gestampt' betekenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten