Behalve die persoonlijke benadering, is er ook nog alle begrip voor gezelligheid. Meestal wordt hier in de buurt de bestelling snel opgenomen en ook uitgeserveerd, wat het idee geeft dat er haast achter zit, maar de gewoonte is dat iedereen na het eten een koffietje neemt en achterover gaat zitten om nog wat bij te kletsen en uit te buiken.
Zo zit de moderne horeca in Amsterdam niet meer in elkaar. Daar heeft de tweede vestiging van 'all you can eat Koreaanse bbq' Nomi het licht gezien. En dan vooral het licht in eigen ogen. 'Big, fast and furious', schiet mij tebinnen, want zo'n concept heeft alleen kans van slagen als het groots uitgerold wordt.
Eigenlijk bestaan restaurants nog niet eens zo heel lang. Van een plek om bij te komen (te restaureren) van een reis in een hobbelige koets, met riekende en rochelende mensen, grote kans op berovingen of een gebroken as, is het inmiddels pure industrie. De knusse eetzaal vol rumoer, meiden op schoot, geuren van schraal bier, haardvuur en stoofpot, heeft plaatsgemaakt voor de grote zaal met zelfreinigende tafeltjes, goede afzuiging en gespreksontmoedigende muzak.
Nomi is zo'n plek zonder personeel of poespas, en uitbuiken is niet toegestaan: na 2 uur moet je opzouten. De losbandigheid zit hem in een 'all you can eat' lokkertje dat door de boekhouders zo is doorberekend dat je er als klant alleen maar bij in kan schieten. Maar zo wordt het natuurlijk niet gepresenteerd. De bestelling via een QR-code zorgt ervoor dat de klant niet hoeft te wachten en het gezellig samenzijn niet hoeft te laten onderbreken door een echt persoon. Dat de gezelligheid juist wordt onderbroken doordat je met je snuffert op een beeldscherm moet staren, is de omgekeerde wereld.
Er is geen buffet, want dat verstoort die gezelligheid aan tafel alleen maar. In werkelijkheid betekent dat dat je dan de duurste gerechten ook onbeperkt zou kunnen opscheppen, maar daar zit nou juist een meerprijs op.
Wat ik vooral voor me zie, is dat de mensen die hier aan een tafeltje plaatsnemen na het bestellen van hun gerechtjes op hun beeldscherm blijven plakken. Ze kijken naar de zoveelste datingsite, want zijn sociaal uitgehongerd. Er zijn geen spontane ontmoetingen meer en de onhandige liefde-op-het-eerste-gezicht situaties zijn niet meer van deze tijd, daar heeft de horeca een stokje voor gestoken; het staat de robot maar in de weg.
Maar zo kan het toch ook, zeker rond Valentijnsdag:
- hij kwam de bestelling opnemen en we keken elkaar in de ogen.
- ze pakte net dezelfde sauslepel en we schoten in de lach.
- op mijn eerste avond liet ik een glas cola over zijn witte broek vallen.
- ze zat aan een tafel naast mij en vroeg of ik een garnaal van haar wilde.
- mijn gulp stond open, dus dat zei ze maar even.
- bij het afrekenen zei hij dat hij mijn haar zo mooi vond.
In plaats van:
- er was een storing, dus zijn we weer weggegaan.
- we kregen de verkeerde bibimbap, maar er was niemand om ons te helpen.
- het bord was te glimmend voor een goede Instafoto.
- ik vond het Engelse woord voor 'goed doorbakken' niet en schaamde me rot.
- toen ik wilde bestellen, bleek m'n telefoon leeg.
- een van mijn nagels was afgebroken, dus ik kon niks.