
Ik smoorde in een beetje olijfolie een hele in repen gesneden ui, heel langzaam, met een schepje zout en een snuf komijnzaad, tot glazig en zacht, maar zeker niet bruin! Vervolgens maakte ik brooddeeg van 200 gram tarwebloem, met 15 gram verse (!) gist, een schepje zout en zoveel lauw water tot het een soepel, maar niet klef deeg werd (in de keukenmachine met deeghaak). Dit liet ik 2 x 20 minuten rijzen in een kom, in een warme, tochtvrije omgeving (dat kan verdikkeme nu nog steeds op de verwarmingsketel) tussendoor kneedde ik het kort door, om de valse lucht, die een beetje zurig is, eruit te slaan. Ik maakte er uiteindelijk een soort schoenzool van, die ik op het bakblik (met bakpapier/siliconenmat) nog iets liet opkomen en vervolgens bestreek met een een half losgeklopt ei en bekleedde met de uiensliertjes en een handje geraspte kaas. Dat ging ongeveer 30 minuten in het midden van de oven op 180º C. Hij smaakte heerlijk met wat sambal, maar daarover later meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten