
'People love it, because people are horrible [...] The only laughs were the ones my readers had at the restaurant's expense. Because of course people love negative reviews [...] The readers project themselves into awfulness, give thanks that they weren't the one who had to put up with it [...] They luxuriate in various displeasures [...] it's the ten negative reviews - the 'utter shitbaggings' as I like to call them - which you remember, isn't it? Of course it is. Because, as I say, you're horrible.'
We leven in luxe. We hebben het goed, huisje-boompje-beestje-wijntje-sigaretje-wagentje. Vanuit die situatie kunnen we wel tegen een extern stootje en vinden we het leuk om ons te laven aan het negatieve. Die trent zie ik ook in de recente Nederlandse literatuur, voor zover ik daar kennis van heb. Ik zie de zwaar christelijke, bruine bonen putlucht, uitzichtloze veenvelden en onderdrukte woede van de pagina's druipen. Dat alles is heerlijk om te lezen als je na de film of het boek in je bolide stapt om te gaan eten bij de nieuwse pop-up Peruviaan.
Op het moment dat het ons echt tegen gaat zitten, bijten we op een houtje, kijken we naar comedies en musicals en eten we weer een broodje bal van Het Snorretje. We tellen onze zegeningen en Mister Horror verschijnt niet meer op toneel.