donderdag 3 oktober 2013

Wat een muts

Het is hier nog helemaal geen tijd voor geitenwollen sokken en ik weet ook niet of de dame op de markt ze ooit zal aantrekken, maar het biostempel draagt ze duidelijk met trots; ze heeft lange dreadlocks die bij elkaar worden gehouden door een nonchalant omgebonden shawl met een Indiaas motief. Ze heeft een doorleefd of door het weer getekend gezicht dat haar veel ouder doet lijken dan ze is, wat ook wel weer iets stoers heeft. En ze staat 'gewoon' op de markt tussen de gestreepte visserstruien, de gegrilde kip en de kraam met synthetische wol en ritsen in vleeskleur en zwart.
Ze had zondag een hele mand vol met allerlei verschillende tomaten, voor een eenheidsprijs. Een mevrouw naast mij liet zich uitgebreid informeren over de verschillende variƫteiten, maar ik had mijn oog al laten vallen op de kleine groene soort; de 'raisin vert ' zo kon ik afluisteren.
Dat deed me denken aan het zeedruifje. Dat is een, naar mijn mening, prachtige naam voor een rotbeestje, want het is een kwal die de machinisten aan boord van de Eendracht tot wanhoop kan drijven, omdat het de watermaker kan verstoppen - nou ja, niet met opzet natuurlijk, maar toch. Maar dat terzijde.
Dit groen druifje is mijn inleiding voor een reactie op het vreemde essay van Ralf Bodelier in Trouw waarin hij slowfood, bio en lokaal afwijst en kiest voor intensieve landbouw, omdat dat de wereldbevolking zal redden/voeden.
Ralf is, zoals hij zelf claimt, een rasoptimist, maar hangt hier de zuurpruim uit. Hij is bovendien niet zomaar een journalist die zich sinds kort ook met voeding is gaan bezighouden, hij is ook nog debatleider, onderzoeker en schrijver, want tegenwoordig ben je natuurlijk mulitasker. Op zijn site draagt hij geen geitenwollen sokken, maar wel een kekke wollen muts, die hem op de biomarkt niet zou misstaan. Dat is natuurlijk onder de gordel, maar een bloggersvrijheid, die ik mezelf lekker veroorloof. Bovendien kan en wil ik Ralf niet om de oren slaan met rapporten en onderzoeken die het tegendeel beweren; dat gebeurt in de vakliteratuur wel. Ik reageer vanuit mijn eigen gezond verstand; of is 'gezond' ook al niet meer kies?
Ralf vindt biovoedsel iets voor rijke westerlingen en ziet het nut van de stedelijke biotuintjes alleen in de nodige roddel en achterklap van de bakfietsmoeders, terwijl zij - die tuintjes -  naar zijn mening ondertussen een bedreiging vormen voor de Keniaanse peultjesboer en het voeden van de wereldpopulatie.
Het is natuurlijk een compliment voor de biologische sector dat deze zo serieus wordt genomen dat 'ie als bedreiging wordt gezien voor de grote multinationals, die die Kenianen zo hoog laten springen. Daarbij heb ik de indruk dat Ralf de Afrikaanse groentekweek nog steeds ziet als een verrijking voor de Europeaan, waarbij die Afrikaanse boeren zich straks ook een iPad kunnen veroorloven om de oogstresultaten op te volgen - oh rijkdom! Ik denk dat er nog veel misstanden heersen en dat hulp en educatie, onderzoek en wetenschap zeker zullen bijdragen aan een betere wereld, maar dat wij (als 'Europeanen') zo langzamerhand wel eens van ons hoge paard mogen afstappen om ons er rekenschap van te geven dat men in de 'ontwikkelingslanden' vaak heel goed de eigen (!) boontjes kan doppen.
Ik heb een vriendin die bij De Nieuwe Akker in Haarlem werkt, als vrijwilliger. Dat is een biologische 'zelfoogst-tuinerij', waar heel veel mensen plezier van hebben. Er werken vrijwilligers/werkelozen, er komen kinderen en bejaarden en er gaat verse groente naar de voedselbank.
Ach, er zitten volgens mij geen nadelen aan en ik at er de heerlijkste spullen van, dus mij hoor je niet klagen. Zo'n initiatief overstijgt de bakfiets en brengt mij weer terug bij de hippie met haar tomaatjes op de markt. Zij is hier in Frankrijk geen uitzondering, noch haar manier van tuinieren en verkopen. Met haar kapsel past ze in meneer Bodeliers bioplaatje, maar zij doet niet anders dan alle groentekwekers hier, behalve dan misschien dat ze echt geen flitspuit in huis heeft. Bij elke supermarkt staat heel groot op de prijskaarten vermeld wat de herkomst van het desbetreffende versproduct is, en dat is ook zo in de restaurants wat vlees betreft, en ik moet tegen Ralf zeggen: daar zit maar heel weinig uit Kenia bij en heel veel 'lokaal' uit Frankrijk.
Eigenlijk vind ik het gewoon te gek voor woorden dat iemand het kan afkeuren dat we wat goed willen doen door spullen dichter bij huis te zoeken en weer wat meer terug gaan naar de bron (naar 'vroeger') waardoor we meer contact met elkaar hebben, weer weten hoe een wortel groeit, hoe deze eruit ziet voordat 'ie in een plastic zak belandt, en hoe die smaakt als 'ie niet eerst 20 dagen onderweg is geweest, zonder alle kosten voor vervoer en corruptie die die Keniaanse boer echt niet ten goede komen.
Nou ja, van die groene tomaatjes, die ondanks hun kleur heerlijk zoet waren, maakte ik een koude soep, door ze simpelweg te pureren en met wat zout en peper op smaakt te brengen. Voor een knapperig effect gingen er wat soldaatjes in.
Lekker,  bijzonder, en bio-logisch!


Geen opmerkingen: